Uit "Legenden langs de Noordzee" (1934) |
Het Brandezeigertje
Wanneer de jonge visschers van Katwijk 's avonds naar de bom
gaan om daar te overnachten kan het soms gebeuren dat ze hem zien.
Hij gaat van de Watering tot de eerste paal en wee degeen die niet op zijn hoede is.
Het Brandezeigertje grijpt hem vast en sleept hem in zee.
Er is geen mogelijkheid tot ontkomen als hij je eenmaal vast heeft.
Het is maar een klein dwaallichtje en je zou zeggen, wat ongeluk kan daar nu van komen.
Ja, een klein lichtje, maar de geheime dingen. Het heeft een bijzondere macht, een macht
die niet te weerstaan is.
Er is één middel om aan hem te ontkomen. Dat is hard loopen. Niet je van het rechte pad
laten lokken.
Recht toe, recht aan naar de bom, dat is de eenige mogelijkheid om ongelukken te ontgaan.
Zie je hem, dan niet omkijken, niet probeeren hem te weerstaan want dat is toch
onmogelijk.
Het doel voor oogen houden. De bom. En daar heen, zoo hard je beenen je kunnen dragen. Dat
alleen brengt redding.
Doe je maar één verkeerde stap dan ben je verloren. Het Brandezeigertje grijpt je en
sleurt je in zee.
Hoe het in zijn werk gaat? Waarom het gebeurt?
Wie zal het weten. Het zijn de geheime dingen waar een mensch niet bij kan.
Het zijn de bovennatuurlijke krachten die niet te weerstaan zijn.
Het lijkt maar een klein dwaallichtje, maar er zit meer achter...