Het versturen van handelsgoederen

Tekst ontleend aan:
"De scheepvaart of eene
duidelijke voorstelling van zaken, die daarop betrekking hebben, of er mede in verband staan"
van de Rotterdamse koperhandelaar Willem van Houten (1778-1857).

Nadat door tusschenkomst van den scheepsmakelaar of kargadoor alle de bijzonderheden aangaande het schip, de reis, de vracht, de ligdagen - van laden en lossen - de stouwing, de greniering (zijnde het beleggen van het ruim met hout, matten of dergelijke, om het beschadigen der goederen zoo veel doenlijk voor te komen) tusschen den ver- en bevrachter bepaald zijn, wordt de cherte-partij* door hem opgemaakt, en bevat alzoo dienaangaande de kleinste bepaling. Welke bevrachting geschiedt aan de zijde van den reeder onder verband van schip en toebehooren, en aan die van den bevrachter onder verband der in te laden goederen, wederzijds als naar regten; waarna twee eensluidende stukken door vervrachter en bevrachter onderteekend en uitgewisseld worden, zoodat ieder in het bezit van één blijft.

Wanneer de goederen aan boord geladen worden, houdt de stuurman behoorlijk boek van de stukken, merken, nummers, soort enz.; door de afladers wordt van dezelve het stel - gewoonlijk drie of vier - eensluidende cognossementen opgemaakt; hetzelve houdt in: den naam van den schipper en van het schip, waar liggende, naar welke plaats bestemd, den naam der afladers, eene volledige opgave zoo van merken, nummers, soort, hoeveel- en hoedanigheid der goederen, benevens de plaats waar en aan wien die uitgeleverd moeten worden. Dezelve worden mede aan den scheepsmakelaar ter hand gesteld, welke er de vracht, die voor deze goederen betaald, en den tijd dat die gelost moeten worden, onder verbeurte van. . . zoo veel daags, invult, en dezelve door den schipper laat teekenen; aangezien. deze bij de uitlevering alleen aansprakelijk kan zijn voor het getal vaten, balen of kisten, die hij geladen heeft, en geenszins ten aanzien van het gewigt, de maat of hoedanigheid derzelve, schrijft hij gewoonlijk boven zijne handtekening "wigt of maat en inhoud mij onbekend"; belovende de schipper in dit stuk de geladene goederen, bij behouden reize, goed en wel geconditioneerd, onder verband van zijne goederen, schip en toebehooren, aan den houder van het cognossement te zullen uitleveren. Bestaat er nu eene cherte-partij, dan worden deze vracht en andere bepalingen geheel overeenkomstig hetzelve ingevuld. Is echter het geheele schip voor eene bepaalde som bevracht, dan wordt, in plaats van dit in het cognossement uit te drukken, in hetzelve gesteld : vracht volgens cherte-partij.

Van de cognossementen blijft er één in het bezit van den kapitein, één in die van den bevrachter of aflader, en één soms twee worden langs verscheidene wegen, dikwerf per post en met het schip, aan den ontvanger of geconsigneerde der lading gezonden. Daar het cognossement niet anders strekkende is, dan ten bewijze, dat dergelijke goederen geladen zijn en uitgeleverd moeten worden, zoo is mede in hetzelve bepaald, dat, zoodra aan één cognossement voldaan is, de overige van geene waarde zullen wezen.
Indien nu schepen met stuk-goederen, en dus door onderscheidene personen, evenals een beurtschip, beladen worden, dan kan er geen cherte-partij bestaan; de vrachten worden in dat geval geregeld en bepaald naar mate de goederen zijn, of volgens een daarvan bestaand
tarief. Iedere aflader pakt zijne goederen in vaten, balen enz., merkt en verdeelt die in zoodanige hoeveelheden of partijen als hij begeert, zodat hlj van iedere partij een stel cognossementen opmaakt, die hij mede aan den kargadoor - ter invulling der vracht en ter teekening door den schipper overhandigt, hetgeen geschiedt zoo als hiervoren beschreven.
Voor schepen met stuk-goederen beladen wordt, zoodra zij de lading in hebben en gereed zijn om te vertrekken, door den kargadoor een manifest opgemaakt, bevattende in de eerste kolom de merken en nummers, in de tweede de fustagie en hoeveelheid der goederen, in de
derde de namen van de ontvangers, en in de laatste de vracht, welke voor dezelve betaald moet worden.

Dit manifest, waaraan men alle de cognossementen die in het bezit van den kapitein gebleven zijn met eenen draad vastmaakt, wordt door den kargadoor onderteekend; dat dikwerf als vreemde schepen geladen zijn bovendien nog door den konsul dier natie gelegaliseerd (dat is: geteekend) moet worden.

Overgenomen uit: Maritieme geschiedenis der Nederlanden deel 3.

 

* Onder de chertepartij verstaat men een overeenkomst waarbij een zeeschip of een gedeelte van dat schip voor een aantal reizen (bij een zogenaamde reischarter), dan wel voor een bepaalde tijdsduur (dit wordt een tijdcharter genoemd) door een vervrachter ter beschikking gesteld wordt van een bevrachter.