![]() beschrijving |
Keulenaar of Samoreus |
Tekening van Pieter Aartsz Blaauw [1744-1808]
De samoreus was twee eeuwen lang het grootste binnenvaartschip.
Het grote roer was nodig om stroomafwaarts ook nog goed te kunnen sturen.
Samoreus bij de Hogesluis of "Samoreuzenbrug". Briefkaart 1885, gemeentearchief Amsterdam.
Dit kan niet kloppen, want in de tweede helft van de 19e eeuw waren er geen
samoreuzen meer.
Volgens Kees Touw moet dit dus een
Dorstense aak zijn
In het "Boek der Opschriften, een
bijdrage tot de Geschiedenis van het Nederlandsche Volksleven" [1869] zegt
Van Lennep: "Het afkomen in grooten getale van dergelijke vaartuigen te Amsterdam deed aan de groote brug over den Amstel (den zoogenaamde Hoogesluis) waar zy onder door kwamen, den naam geven van "Samoreuzenbrug". Vermakelijke proeven van pedante domheid leveren ons de Fransche vertaling van Nederduitsche namen. Wij zullen hier niet meer spreken van de vernuftige overzetting der Amsterdamsche Samoreuzenbrug in Le Pont des Amoureux of van den Janrodenpoortstoren in La Tour de Saint Jean..." |
Kees Touw heeft zo zijn bedenking bij deze verklaring. Hij schrijft in 2017 in het tijdschrift Amstelodamum: "Het is denkbaar dat de Hogesluis in een bepaalde periode in de volksmond de naam Samoreuzenbrug heeft gekregen, maar dat kan pas na 1824 zo zijn geweest. Voor 1824 kon er nooit een samoreus in de buurt van de brug komen. De schepen waren te groot en hadden vaste masten. We zagen hierboven (niet afgedrukt) dat de aanduiding 'Le Pont des Amoureux' al in 1750 bekend was, ver voor de Franse tijd. In 1750 en 1769 kon Amoereuuse of amoureux wel in verband worden gebracht met de Hogesluis maar niet met samoreus. We kunnen er nu van uit gaan dat Van Lennep ons honderdzestig jaar lang op het verkeerde been heeft gezet en dat Samoreuzenbrug eigenlijk niets met de bijnaam ' Pont des Amoureux' van doen heeft".
Hieronder twee afbeeldingen die meer doen denken aan een
bönder, waarvan het Rheinmuseum Emmerich schrijft:
"Mittelrheinischer schiffstyp
fur fracht- und personenenverkehr.
Es war eine sonderform der samoureuse".
![]() "Een samoreus of keulenaar ligt voor stilte, zijn zeilen droogende, naar de natuur geteekend. Daar de schippers gewoonlijk de geheele huishouding aan boord hebben bevindt zich op het bovendek een fraaije roef met verscheiden afdeelingen afgeschoten en tot kamers ingerigt, voorzien van vele gemakken". Tekening en tekst van Pieter Le Comte [1831] |
Collectie Scheepvaartmuseum Amsterdam. Kunstenaar onbekend.