Schietschuit, schietboot en schietschouw |
Uit de collectie Picturalia van het Maritiem Museum Rotterdam. Een
ets van Reinier Nooms rond 1650.
Het achterste scheepje is volgens Reinier een schietschuit. Aan beide masten
wordt een driekleur gevoerd.
De schuit doet met schiet haar naam eer aan, want ondanks een bakstagwindje wordt er
ook nog geboomd.
Schietschuiten in Amsterdam bij het Utrechtse Veer. Ets
Reinier Nooms rond 1660
Het eerste deel van het zelfstandig naamwoord schietschuit bevat twee betekenisaspecten, namelijk snelle beweging en rechtlijnige beweging. De rompvorm van de schietschuit, met een lengte-breedte verhouding van zeven op één, maakte snel varen - in de moderne betekenis van opschieten - mogelijk. Zoals de benaming Uytersche reeds aangeeft, verzorgden deze schietschuiten het vervoer tussen Amsterdam en Utrecht. Hier betreft het goederenvervoer. Passagiers werden vanaf de Achtergracht met trekschuiten vervoerd. De schietschuiten hadden evenals de kagen een rechte vallende voor- en achtersteven. De romp had geen berghout maar wel twee boeghouten, wat te zien is op de meest rechts afgebeelde schietschuit. Schietschuiten voerden twee masten; de grote mast was getuigd met een razeil, de fokkemast met een bezaanzeil. Met behulp van een windas tegen het achterste schot van het ruim - waarneembaar op het meest linkse schietschuit - werd de ra van het grootzeil naar boven gewonden [ZPN 73].
Men heeft
ook schietschouwen welke van onderen overlangs op den bodem schenen met ijzer
beslag hebhen en dienen om 's winters de rivier bij ijsgang ook als dezelve digt
ligt over te komen; in het eerste geval werkt men met dezelve hetzij roeijende
of met zoogenoemde ijshaken die eene schuinsch uitstaande en eene regte in
plaats van eene kromgebogene ijzeren haak zoo als de gewone hebhen door de
ijsschollen, of haalt er de schouw overheen in het laatste geval wordt dezelve
op de schenen als eene sleede over het ijs voortgeschoven; zoodra het ijs breekt
springen de manschappen die duwen in dezelve wanneer door schommelen het ijs
verder gebroken of de schouw er wederom opgehaald wordt; deze vaartuigen hebben
geen scheg omdat die in het ijs zoude breken maar dezelve is ook onnoodig,
aangezien de schouwen door de schenen in zekeren zin twee kielen hebhen en dus
zeer gemakkelijk kunnen regt gehouden worden. Uit "Het Leeskabinet, mengelwerk tot gezellig onderhoud voor beschaafde
kringen" het hoofdstuk "Nederland in de winter van 1838": Op eenige plaatsen als b.v. tusschen Willemsdorp en den
Moerdijk over het Hollandsch Diep moest de over togt met eene schietschouw
plaats hebben welke wijze van vervoer voor vele reizigers alles behalve
aangenaam was.
Schietschuit [1650] volgens Robbert Das (Spiegel der zeilvaart). Hij schrijft:
Slanke zeilpramen met passagiersaccomodatie, bevoeren de Hollandse
binnenwatereen en vormden het eerste openbaar vervoermiddel ter wereld.
Ze werden ook wel nachtschuyten genoemd omdat de dienstregeling aansloot bij de
opening en sluiting van de effectenbeurs in Amsterdam.
In bijna alle gevallen werd snel gezeild via het IJ, Spaarne en de Haarlemermeer
tot Leiden. Op het volgende traject moest soms worden gejaagd.Schietschuyten schoten alle andere binnenvaartschepen voorbij met welvarende
passagiers aan boord.
Schietbootje voor de jacht op eenden. door Jan Lunenburg 1985.
Het Vinkeveense schietschouwtje, dat gemakkelijk over land getrokken (geschoten) kon worden.
Schietschouwtjes werden ook over ijs getrokken. Hieronder twee beschrijvingen
uit de 19e eeuw.
Uit "De Scheepvaart of ene duidelijke voorstelling van
zaken, die daarop betrekking hebben" van Willem van Houten uit 1833:
Eene schietschouw is een middending tusschen eene schuit en
eene slede onoverdekt en van geene de minste gemakken voorzien daar men in haren
bouw slechts bedacht is om haar zooveel mogelijk togen stooten en schuringen
bestand te doen zijn Men stelle zich den reiziger voor in zulk een voertuig
gezeten op eene rivier die met hobbelige tegen elkander schurende en elkander
voortdrijvende ijsschotsen is bedekt Een aantal kloeke mannen hebben de schouw
op een ijsveld gesleept dat den schijn heeft van zich bijna tot aan den overkant
uit te strekken Zij duwen en trekken het vaartuig voort plotseling splijt en
scheurt het ongetrouwe ijs onder hunne voeten en laat de schouw doorzakken
waarin de schippers genood zaakt zijn ijlings hun lijf te bergen. Zij geven
echter den moed niet op Met vereenigde krachten is de schouw weder op eene
andere schots gebragt doch nu bemerkt men dat deze schuins voor den stroom af
naar den oever drijft dien men verlaten heeft De vroegere inspanning is derhalve
nutteloos geweest Doch men worstelt zoo lang totdat men weder eene ijsvlakte
bereikt op welke men schijnt te kunnen vorderen Zoo vervolgt men den
moeijelijken togt Op eene poos voortgang volgt telkens eene langere van
stilstand of teruggang men werkt het logge gevaarte over en door het ijs totdat
men na verscheidene uren zwoegens den overkant bereikt of genoodzaakt is de
onderneming op te geven. Dat de reiziger wien intusschen de koude het bloed in
de aderen doet stollen indien de angst hem niet doet zweeten in dien tijd
honderd malen berouw gevoelt over zijn waagstuk kan men ligt denken Een onzer
vrienden wiens overtogt aan den Moerdijk zes uren duurde verzekerde ons dat hij
niet had gedacht er het leven te zullen afbrengen
Schietschouwen als ijsveerdienst bij het Papendrechts veer naar Dordrecht (een
winter omstreeks 1800)