Wielrijderwapens

Rond het begin van de 20e eeuw hadden wielrijders het niet gemakkelijk. Met name een tochtje buiten de stad was niet altijd aangenaam en zeker veiliger wanneer in groepsverband gefietst werd. Boeren joegen fietsers van de paden omdat ze bevreesd waren dat de koeien geen melk meer gaven, koetsiers knalden met hun zwepen en de honden die fietsers achter de broek zaten waren talloos. De agressiviteit onder de plattelander was enorm.

Fietsenfabrikant Jansen schreef : "Wielrijders die grotere toeren maken, gaan zelden zonder wapenen op reis, en zelfs de vele aanrandingen in ons rustig Nederland zouden het wettigen steeds een wapen bij de hand te hebben, dat zowel aangehitste honden als personen met kwade bedoelingen van u kan afhouden".
Voordat in 1919 de vuurwapenwet van kracht werd, die weliswaar geen verbod gaf op het houden van vuurwapens, maar wel de levering van vuurwapens verbood aan niet-gerechtigden, adverteerde verzendhuis Karel Lengs & Zn uit Tegelen in de prijscourant van 1913 met o.a. "wielrijdersrevolvers" en "practische jachtartikelen".

Voortreffelijke revolvers van prima beproefde kwaliteit

 
 


Patroon 5747 was alleen gevuld met kruit   Patroon 5746 was gevuld met hagel

Solide, practische en degelijk afgewerkte jachtartikelen