beschrijving

Galjoen



Ontwikkeling van kogge (1) tot karveel (2-3) tot kraak (4-7) naar galjoen in de periode 1300-1600.
Het voorkasteel dat de kraak zo lijgierig maakte verdween geleidelijk bij het galjoen (8-10).

 

 


Het Galjoen Mayflower dat in 1620 met zo'n honderd Engelse kolonisten naar Cape Cod in de Nieuwe Wereld voer.

Lengte van de kiel 64 voet, breedte 26 voet. De Engelse voet is 30,48cm. De kiel was dus krap 20 meter en de LOA was 28 meter. Bijna onbegrijpelijk dat dit scheepje honderd man kon bergen. Op het plaatje wordt bij nummer 17 gesproken over een helmstok. Dit moet een kolderstok zijn. De roerganger staat achter de kolderstok welke een dek lager verbonden is met de helmstok.

 

 

 


Doorsnede (schaalmodel) van het galjoen Halve Maen, dat beurtelinks galjoen, jacht, pinas of vlieboot genoemd werd.

De  LOA van de Halve Maen was 25,7 meter en had een bemanning van 15-20 koppen. Het scheepje werd door de VOC als jacht geduid, maar in andere geschriften ook als "pinas". Volgens de Maritieme Encyclopedie werden de namen door elkaar gebruikt.


 


 


Model van een zwaar bewapend galjoen (linieschip).

Op bijna alle afbeeldingen van 17e eeuwse schepen komt een blinde steng voor. Volgens H.W.van Loon was het een raadsel hoe "dat dwaze kleine mastje" op het eind van de boegspriet op z'n plaats werd gehouden. Bij dit model is te zien dat de blinde steng middels wanten en pardoens vastgezet is. Aan de top twee pardoens, één naar de boegspriet en één naar het voormarsstengestag.