Indeling van Scheepsmodellen
door Van Konijnenburg in 1913


1. Friese modellen De Friese modellen waren tjalkachtigen, die zich langs de Noord- en Zuiderzeekust, van Denemarken tot in Vlaanderen hebben uitgebreid; landinwaarts kwamen zij tot in Utrecht voor.
2. Overijsselse modellen Overijsselse modellen waren typen als zomp, pegge enz., omsloten door de Friese en de Beneden-Rijnmodellen. Deze kwamen ook voor langs de boven-Eems, Wezer, Elbe, Havel, Spree en Oder. Zij vertegenwoordigden de Saksische invloed.
3. Beneden-Rijn modellen De Frankische Beneden-Rijnmodellen, vertegenwoordigd. door de Dorstense aak, vond men niet alleen langs de Rijn en zijn zijrivieren, zoals de Gelderse IJsel en de Waal, zij zijn ook doorgedrongen tot in noordwestelijk Noord-Brabant en het hart van Zuid-Holland.
4. Boven-Rijn modellen De Boven-Rijnmodellen, met de keen als representant, kwamen slechts in. Duitsland voor.
5. Beneden-Maas modellen De Beneden-Maasmodellen (Hedelse aak) kwamen voor langs de Maas en zijn zijrivieren van Roermond tot aan Gorkum.
6. Boven-Maas modellen De Boven-Maasmodellen (walenmajol) vond men in het Belgische Maasgebied en in een groot deel van ons Limburg

Bron: E.W.Petrejus.

Indeling van vaarwegen in CEMT-klasse sinds 1992
(Conférence Européenne des Ministres de Transport)

Inmiddels zijn in de Richtlijnen Vaarwegen 2011 van RWS de verouderde afmetingen bijgesteld en CEMT-klassen toegevoegd, aangevuld met de recreatieklassen RA t/m RD. Zie ook de PDF met huidige Scheepstypen van het Bureau Voorlichting Binnenvaart.