1. Friese modellen |
De Friese
modellen waren tjalkachtigen, die zich langs de Noord- en
Zuiderzeekust, van Denemarken tot in Vlaanderen hebben
uitgebreid; landinwaarts kwamen zij tot in Utrecht voor. |
2. Overijsselse modellen |
Overijsselse
modellen waren typen als zomp, pegge enz., omsloten door de
Friese en de Beneden-Rijnmodellen. Deze kwamen ook voor
langs de boven-Eems, Wezer, Elbe, Havel, Spree en Oder. Zij
vertegenwoordigden de Saksische invloed. |
3. Beneden-Rijn modellen |
De Frankische
Beneden-Rijnmodellen, vertegenwoordigd. door de
Dorstense
aak, vond men niet alleen langs de Rijn en zijn zijrivieren,
zoals de Gelderse IJsel en de Waal, zij zijn ook
doorgedrongen tot in noordwestelijk Noord-Brabant en het
hart van Zuid-Holland. |
4. Boven-Rijn modellen |
De
Boven-Rijnmodellen, met de keen als representant, kwamen
slechts in. Duitsland voor. |
5. Beneden-Maas modellen |
De
Beneden-Maasmodellen (Hedelse aak) kwamen voor langs de Maas
en zijn zijrivieren van Roermond tot aan Gorkum. |
6. Boven-Maas modellen |
De
Boven-Maasmodellen (walenmajol) vond men in het Belgische
Maasgebied en in een groot deel van ons Limburg |
|