![]() |
Dichtzet, een oude manier van
palingvangst
|
Dichtzet of aalstal
Tot 1907 werd er op de Zuiderzee
m.n. vanuit Vollenhove en Bunschoten-Spakenburg nog op paling gevist met
dobbers. De met spiering geaasde dobbers werden aan lange lijnen uitgevierd. De
dobbers waren van kurk of hout met daaraan een hoekdraad met haak (hoek). De
spiering die veel op de IJssel was gevangen werd doormidden gesneden in een kop-
en staartstuk of zoals de visserman zei "in een kop- en aarsende", die aan de hoek
werden gestoken. Per keer werd gevist met zo'n 1000 tot 1200 dobbers.
Langere tijd werd nog op paling gevist met een zakvormig sleepnet, de dwarskuil,
die aan een boom dwars van de boot naar buiten was uitgestoken.
Het ophalen van de dobbers (tekening: Peter Dorleijn)
Gerrit Schutten schrijft hierover: "Een fuik was een pijpvormig net dat werd opengehouden met vier houten hoepels. Het vooreind was open met in het midden een rechthoekige vleugel. Hat andere eind was ook open, maar normaal was dit einde afgebonden. In de pijp waren enkele inkels gespannen: trechters met een opening in de richting van de punt".
Paling wordt in Nederland meestal gerookt gegeten. In traditionele methode werd de nog levende en zeer sterke paling (paling kan in zout en zoet water leven en langdurig zonder water) in een bak sodawater gekieperd, waarmee het huidslijm werd weggebrand. Daarna werd hij zorgvuldig schoongespoeld en royaal met zout bestrooid. Men wachtte tot de vis geen levensteken meer gaf. Dit alles was geen probleem, want volgens kenners heeft paling geen gevoel. Dan werd, terwijl het beestje soms nog kronkelde (volgens kenners zijn dat reflexen), de buik opengesneden en de ingewanden verwijderd, waarna de paling door het zachte deel van de kop aan een pen werd geregen, om in de rookkast te belanden. Het probleem schijnt te zijn dat je bij een dooie paling (hoe krijg je 'm humaan dood) het slijm nauwelijks of niet te verwijderen is en de rookkleur niet goudbruin wordt, maar onverkoopbaar grijs blijft.
"Klaarmaken" Gelukkig kan sinds 2011 wel
verdoofd worden. Men maakt gebruik van een elektrische stroom, waarvan via
‘medische technologie’ is komen vast te staan dat de dieren onmiddellijk het
bewustzijn verliezen en niet meer bijkomen tot ze dood zijn. Inmiddels zijn
enige palingverwerkende bedrijven overgestapt op het nieuwe systeem dat tot
stand kwam in een samenwerking tussen deze bedrijven, een bouwer van
bedwelmingsapparatuur en onderzoekers van IMARES en Livestock Research,
beide onderdeel van Wageningen University Research centre WUR). Vissen kunnen niet gillenWetenschappers zijn het er al jaren over eens; vissen voelen pijn, stress en angst. Maar omdat je een vis nooit hoort gillen, wordt het welzijn van de vis volledig genegeerd. Wetenschappers zeggen dat het welzijn van kweek- en wildgevangen vis ernstig wordt aangetast. Het grootste leed komt door de onverdoofde slacht. Eigenlijk wordt een vis niet geslacht; hij wordt levend verwerkt en overlijdt, soms pas na uren, door zuurstoftekort. Een populaire verwerkingsmethode is ‘strippen’ of ‘kaken’, waarbij de organen uit levende vissen worden getrokken of gezogen. Helaas gaan ze hier meestal niet aan dood. Ze worden na het strippen levend op ijs gelegd. Het duurt dan nog wel 25 tot 65 minuten tot ze niet meer op (pijn)prikkels reageren. Naast paling of aal meer
(jargon)benamingen uit
o.a.
Terminologie van
riviervissers in Nederland. |