Het fregat "De vergulde Sonne" [± 1645]. Penschilderij
van Willem van de Velde de Oude.
Op de toen gebruikelijke wijze werd het schip in verschillend aanzicht afgebeeld.
Het schip wordt
hier gekrengd.
Men liet het droogvallende schip op de kiel scheef vallen,
om onderhoud of reparatie aan het onderwaterschip te plegen.
"Oorlogs Fregat ten anker zyn groote steng neer".
De bemanning op het onderste paard van de fokkemast
is bezig met het geien (ophalen) van de fok.
Na het wegvallen van de Spaanse bedreiging ter zee door de
val van Duinkerken (1646) en het einde van de Tachtigiarige Oorlog in 1648 ging
men in de Republiek over tot het afdanken van vele oorlogsschepen. Hierdoor
ontstond een gevaarlijke achterstand ten opzichte van de Engelsen, die over
grotere en zwaardere schepen beschikten. Bij het uitbreken van de Eerste Engelse
Oorlog (1652-'54) moesten door de admiraliteiten dan ook grote
koopvaardijschepen worden ingehuurd, die door hun bouw en snelheid echter niet
voor deze oorlogstaak waren berekend. Na veel geharrewar werden tenslotte nog
tijdens de oorlog grotere oorlogsschepen gebouwd. De hier afgebeelde schepen
hebben waarschijnlijk deze nieuwe, vermoedelijk te Amsterdam gebouwde
fregatschepen tot voorbeeld gehad.(Robert Vorstman)
Model van klein fregat van de 6e klasse
Volgetuigd koopvaardijfregat/driemastvolschip.
Tekening van L. de Koster, tekenaar op 's Rijkswerf te Willemsoord 1905