beschrijving |
Tjalken |
Zuidhollandse staatsie-
of hektjalk. De stevens lopen sterk op en het helmhout steekt door een hennegat in de achtersteven. |
De (zee)bezaantjalk werd
zwaarder gebouwd. Hogere stevens en een kitstuig als de Duitse Ever. Evers voerden soms een vlieger. Zeetjalken niet.. |
|
Paviljoentjalk ook als dektjalk |
|
Staatsie- of hektjalk met roef en laadroef. |
|
Achterschip met staatsie (hoog oplopend boeisel) en driehoekig hennegat. Aan dek het eenvoudige en demontabele roefje dat "zomerroef" genoemd werd. |
Ontwerp voor een hektjalk midden 19e eeuw, collectie
Nederlandsch Historisch Scheepvaartmuseum Amsterdam 1943
|
IJsselscheepje, IJsseltjalk of IJsseljacht |
|
Zeeuwse poon |
|
Belgische otter |
Uit "Schepen die verdwijnen" van P.J.V.M.Sopers [uitgave 1947] |
Groninger turftjalk |
Diepgeladen tjalk aan de Turfmarkt in Leiden ca. 1930
Sleep met tjalken op de Keulse vaart uit 1825, het kanaal tussen Amsterdam en de Lek bij Vreeswijk. De masten zijn gestreken met de bokkepoten omhoog. Op die voorloper van het Merwedekanaal uit 1892 kon niet gezeild worden hetgeen de schippers dus altijd sleepgeld kostte.
Uiteindelijk kwam daar het langere, bredere en diepere Amsterdam-Rijnkanaal vanaf het IJ tot de Waal voor in de plaats. Het Zuidelijk deel vanaf Utrecht werd in 1938 in gebruik genomen, maar pas op 21 mei 1952 werd het gehele kanaal van 72 kilometer door Koningin Juliana geopend. De affiche van de opening toont de vlaggen van Nederland, Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en Amsterdam. |