|
|
Vaarroute 15, Lange Turfroute I |
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 |
Route 15, Lange Turfroute (deel
1): Meppel - Gorredijk - Meppel sluizen via Gorredijk 17, of via Mildam 16. hoogte via Oldenboorn 3.35m hoogte via Mildam 3.70m diepgang 1.10m vaartijd ± 40 uur. Te combineren met: Route 1, Wieden en Weerribben |
Route 15, Lange Turfroute
Waterkaart C: Noordwest-Overijssel, Waterkaart B: Friese meren en Almanak deel II.
Trailerhellingen in Meppel, Steenwijk, Oldeberkoop,
Heerenveen en Akkrum.
De beschrijving van de route is dusdanig lang, dat een splitsing gemaakt moest worden in de aanloop tot Gorredijk (deze pagina) en het vervolg met Opsterlandse Compagnonsvaart en Drentse Hoofdvaart op de volgende pagina.
Waarom deze "lange" turfroute? Het afgraven van
veengrond, voor de winning van turf heeft toch bijgedragen aan het ontstaan van bijna alle
vaarten in de Noordelijke provincies? Het vervoer moest over water en bestaande vaargeulen
werden dus op diepte gemaakt en verbindingskanalen gegraven. Maar dit geldt voor het
gehele gebied. Waarom dan juist deze specifieke route als "lange" turfroute?
Dat komt omdat Opsterlandse Compagnonsvaart en Drentse Hoofdvaart nog bijna helemaal in
oorspronkelijke staat zijn. De Opsterlandse Compagnonsvaart door de niet aflatende energie
en vrijwilligers van de stichting Nye Kompanjons en de Drentse Hoofdvaart nog steeds als
doorgaande route naar Groningen. De stichting Nye Kompanjons claimt de Opsterlandse
Compagnonsvaart van Gorredijk tot Drentse Hoofdvaart als DE turfroute, maar dat is
natuurlijk wat overdreven, ofschoon de stichting er wel voor heeft gezorgd dat deze route
voor de pleziervaart open bleef. Althans vier maanden per jaar, vanaf 16 mei tot 16
september.
De sluizen en bruggen in het aansluitende Tjongerkanaal worden ook alleen in deze periode
bediend. De Drentse hoofdvaart daarbuiten wel, maar alleen op verzoek (ma. t/m vr.)
Voor de turfroute dient een vignet gekocht te worden dat voor de gehele periode
geldt en verkrijgbaar is bij de toegangssluizen tot de route:
Verlaat 1 bij
Gorredijk, Sluis 1 in het Tjongerkanaal en de Damsluis ten oosten van Appelscha.
"Wat die turfvaart betreft: er waren eigenlijk drie vaarroutes om de turf uit Zuidoost-Drenthe weg te krijgen. De Friese turfschippers wisten het precies. De oudste en meest bevaren noordelijke route liep via de Groninger stadskanalen, het Kieldiep, Winschoter Diep, door de stad naar het oude Hoendiep en over het Prinses Margrietkanaal verder. Je moest dan elf sluizen door. De tweede route ging door het Oranjekanaal naar de Drentse Hoofdvaart, vandaar over de Witte Wijk & Appelschastervaart naar Gorredijk en verder. Dan passeerde men 13 sluizen". Uit een verhaal van Jan Tuttel in "Van Dingen en Deuntjes", het programma van radio Tynaarlo, dat elke laatste zondag van de maand wordt uitgezonden.
Vertrekpunt Meppel
We varen vanaf Meppel via het Meppelerdiep richting
Zwartsluis en draaien na 6km aan stuurboordzijde de Beukerssluis in. Het Meppelerdiep is
een hoofdvaarweg met in vlagen drukke binnenvaart. Het water blijft lang onrustig na
passage van een binnenschip. De golven kaatsen keer op keer terug tegen de stalen
damwandbeschoeiing. Toch is het goed te doen, de golfslag is niet hoog, hooguit
hinderlijk. Het Meppelerdiep wordt aan de noordzijde begrensd door een 2-baans autoweg en
aan de zuidzijde door landerijen. De Beukersluis heeft een ruime kolk van 65 meter waar
veel plezierjachten tegelijk kunnen schutten. Dat mag ook wel, want de sluis vormt DE
verbinding in de staande mast route naar Friesland via Giethoorn en Steenwijk. In het
hoogseizoen kunnen wachttijden ontstaan. Na een snelle schutting, het verval is niet groot
en we gaan omlaag, komen we in het rustige vaarwater van de Beukersgracht, de toegang tot
de "wijden" of "wieden" en het enige "meer" in onze route,
het Belter Wijde. Met een diepgang van niet meer dan 1 meter kan je daar overal varen. Bij
grotere diepgang binnen de betonning blijven. Dwars door "De Belter" loopt een
dijk met de verkeersweg naar Giethoorn. De brede vaargeul loopt ten oosten en leidt ons
naar de Blauwe Hand brug, waarvan het vaste gedeelte een doorvaarthoogte van 2.60m heeft.
Rechtdoor varend komen we op het Kanaal-Beulakerwijde-Steenwijk. Het stuk tot Steenwijk staat (in omgekeerde volgorde) beschreven bij
route1.
Kanaal-Steenwijk-Ossenzijl
Dit kanaal met een lengte van 12 km voert door een verstild landschap met prachtige
vergezichten en telt vier automatische bruggen en zes zeer lange aanlegplaatsen met
meerpalen. Het kanaal nodigt uit tot meerdere stops om te wandelen of te fietsen, zelfs in
het hoogseizoen zijn voldoende aanlegplekken beschikbaar. Aan de noordzijde is in de verte
goed de glooiing van de hoge gronden te zien. In de ijstijd ontstonden daar dal en
heuvelruggen; het ijs dat zich van de Oostzee uitstrekte tot ver in ons land, had
geweldige steenmassas met zich meegebracht. Ook nu nog treft men deze stenen in
groten getale in deze contreien aan. Vlak voor de laatste brug aan bakboordzijde bevindt
zich het in 2000 volledig vernieuwde Natuuractiviteitencentrum De Weerribben. Hier vindt
je een permanente expositie, een wisselexpositie en een videofilm over De Weerribben. Het
Staatsbosbeheer verzorgt ook educatieve programma's voor scholen. Bij het bezoekerscentrum
liggen diverse wandelroutes. Vanuit de laatste brug houden we stuurboord aan voor
doorvaart van de brug bij Ossenzijl naar de
Ossenzijlersloot. Vaar niet helemaal op tot de brug, maar wacht in de kom op het groene
licht. We varen de Ossenzijlersloot in noordelijke richting en komen bij de splitsing met
de Linde waar we stuurboord uit gaan. De Linde loopt hier precies op de provinciescheiding
van Friesland en Overijssel en we bevaren het water tot de Mr. H.P. Linhorst Homansluis
Driewegsluis of Linthorst Homansluis?
De Linde passeert de Mr. H.P. Linhorst Homansluis aan de zuidzijde om uit te komen op de
oude zelf te bedienen Driewegsluis die kort geleden in volle glorie is hersteld. In plaats
van de "Linthorst Homan" kan je ook deze sluis nemen, misschien wel zo leuk. Je
dient na schutten uit te varen bij de noordelijke deuren. We zijn hier aangekomen op het
beroemde driewegpunt Linde-Helomavaart-Linde. Er ligt een groot Marrekrite eiland met veel
aanlegmogelijkheid. Er kan gekozen worden voor een overnachting aan het eiland (max.
3x24u) met uitstekende fietsmogelijkheden, Oldemarkt, Nijetrijne e.d. Het horecapaviljoen
dat via een loopbruggetje te bereiken is levert afhaalmaaltijden voor aan boord. Hier kan
je ook een Marrekrite
vlaggetje kopen voor ondersteuning van het recreatieschap.
Helaas is de ligplaatst niet meer gratis. Na het eiland varen we in Noordelijke richting over de Jonkers of Helomavaart. Bij de
beweegbare Oldetrijnsterbrug met een vaste doorvaarthoogte van 2.45m. zijn soms wat
wachttijden i.v.m. het drukke wegverkeer. Na 3km komen we via de Oldelamersbrug, die moet
draaien, op de wat saaie rechte Jonkers of Helomavaart, die op zijn beurt uitkomt op de
Tjonger.
Tjonger
De Tjonger is van oorsprong een beek In de voorlaatste ijstijd werd de bedding gevormd
door smeltwater van de gletsjers. Deze oude smeltwaterdalen bepalen ook nu nog altijd de
structuur van het landschap van Zuidoost-Friesland. Ondiepe, vlakke, voor een groot deel
met zand en veen opgevulde beekdalen, begrensd door iets hogere zandgronden waarop de
eerste bewoners zich vestigden. Het water is in de loop der eeuwen verbreed en op veel
stukken gekanaliseerd. De huidige bevaarbare loop is van de Engelenvaart tot de plas Het Wijd ten ZO van Echtenerbrug.
Het is een mooi rustig vaarwater, want de meeste pleziervaart gaat op de Tjonger de andere
kant uit richting Tjeukemeer. Na 2km is er een mooie
aanlegplaats aan oostelijke zijde voor -helaas- maar twee boten (inmiddels verlengd [2008]
en ook een tweede aanlegplaats een paar honderd meter verder). Je
kunt daar prachtig wandelen in het veengebied van Oldelamer (Aldlemmer) verder zijn er Marrekrite
plekken op de hoek van- en in de Broeresloot, of Vierhuistervaart en een twee kilometer
voorbij het kabelpontje aan twee eilandjes ter weerszijde van het vaarwater. Daarna nog
een afslag aan stuurboord naar de Schipsloot, die een bezoekje aan Wolvega (Wolvegea)
mogelijk maakt. Het watertje loopt daar overigens dood. Verder varend op de Tjonger komen
we voorbij de hoogspanningsmasten bij de bakboordafslag naar de Engelenvaart richting
Heerenveen. Hier moeten we in, om de turfroute via Gorredijk te varen. Lees in dat geval
verder bij Engelenvaart. Voor de route rechtdoor over het
Tjongerkanaal kan je hieronder doorlezen.
Via Tjongerkanaal naar Oosterwolde
In dit gedeelte van de tekst vervolgen we onze route over het Tjongerkanaal. Verder
oostelijk is de Tjonger namelijk geheel gekanaliseerd en heet dus Tjongerkanaal. Op het
kruispunt met de Engelenvaart staat reeds met een bord aangegeven dat je rechtdoor bij de
eerste sluis op de turfroute komt en zult moeten betalen. Bij het dorpje Mildam is een
brug die voor ons zal moeten draaien met direct daarna aanlegplaatsen, alsmede op het
lange rechte stuk tot Sluis nr 1.
De sluizen in het Tjongerkanaal zijn genummerd van west naar oost, als 1,2 en 3. Bij Sluis
nr.1 zal het eerder genoemde turfroutevignet "Vrienden van de turfroute"
aangeschaft moeten worden. Het resterende deel van het kanaal wordt een stuk smaller.
Nabij Olderberkoop zijn ligplaatsen en in Oldeberkoop zelf is een jachthaventje. Oldeberkoop
is waarschijnlijk het oudste dorp in het Zuid-Oosten van Friesland. Het werd reeds in 1228
genoemd. Het is een gezellig ruimgebouwd Drents aandoend brinkdorp. In het midden vindt
men een romangotische kerk, stammend uit de 12e eeuw met een 17e eeuws zadeldaktoren. Bij
de ingang van het dorp zie je een kanon uit de 16e eeuw, dat is opgegraven bij de
Bekhofschans. Het Tjongerkanaal tot Sluis nr.2 is prachtig. Er kan echter absoluut niet
afgemeerd worden vanwege steenstort aan de oevers. Sluis nr.3 brengt ons op de
Opsterlandse Compagnonsvaart ten noorden van Oosterwolde. Lees het vervolg vanaf daar op de volgende pagina.
Via Engelenvaart en De Deelen
naar Gorredijk
De Engelenvaart loopt tot Heerenveen en is "bijzonder" te noemen. Langs de
gehele oostelijke oever kan afgemeerd worden en dat zal je weten! Een zomerse doorvaart
betekent zeer langzaam varen. Het is afgeladen met aan de kant liggende boten en de vaart
is niet al te breed. Overigens is zelfs in het hoogseizoen altijd een plekje te vinden. Je
zit op fietsafstand van Heerenveen en na de eerste brug is een mooi natuurpark voor
wandelingen. De oever bestaat uit een brede grasstrook zonder meerpalen. Zelf meegebrachte
meerpennen moeten dus uitkomst brengen. Het is verstandig daarvoor stevige jongens te
gebruiken, want met name huurschepen vergeten wel eens rustig te varen, hetgeen flinke
zuiging kan geven.
De Engelenvaart heeft twee bruggen en de brugwachter zit op de Noordelijke brug. Hij
bedient op afstand tevens de Zuidelijke brug en de Jousterbrug bij Nijehaske. Als het niet
te druk is betekent dat in de praktijk dat het groene licht snel wordt gegeven. De
Engelenvaart gaat met een knik over in de Nieuwe Heerenveense Vaart. Enigszins stuurboord
aan houdend kan op de Veenscheiding met een doorvaarthoogte van 2.60m naar/door het
centrum van Heerenveen gevaren worden.
Heerenveen (It Hearrenfean)
Na de beweegbare Herenwalsterbrug (1 euro in 2005) kan in de havenkom achter de kerk
worden gelegen. Deze plek is zeer fraai en centraal gelegen, maar heeft de laatste tijd
nogal last van zwerfvuil en rumoer van junks. Het is overigens best mogelijk dat de
gemeente daar inmiddels een oplossing voor heeft gevonden. Heerenveen wordt beschouwd als
de oudste hoogveenkolonie van ons land, maar als een jonge gemeente. In 1551 waren er
enkele "Heeren", die er wel wat in zagen om in dit gebied "veen" te
laten afgraven en daarvan turf te maken. Voor de aan- en afvoer werden de Schoterlandse
Compagnonsvaart en de Heerensloot gegraven. Dat vaarwater werd gekruist door de verbinding
Zwolle-Leeuwarden en op die kruising ontstond de nederzetting Heerenveen. De nederzetting
breidde zich uit en ontwikkelde zich in 1800 tot een plaats met veel patriciërs, deftige
burgers en middenstand: Het "Friese Haagje". Er was echter een probleem dat
verdere groei en ontwikkeling in de weg stond. Heerenveen was n.l. verdeeld over drie
gemeenten en meer dan een eeuw lang werd daar geen oplossing voor gevonden. De verlossing
kwam uiteindelijk op 1 juli 1934. De gemeenten Aengwirden en Schoterland werden met een
stukje Haskerland samengevoegd tot één gemeente met als hoofdplaats... Heerenveen.
Om door Heerenveen verder te varen
moeten na de Herenwalsterbrug nog drie bruggen gepasseerd worden. Bij de laatste, de
Terbandsterbrug moet weer een euro voldaan worden, zodat de totale doorvaart op twee euro
komt. Het vaarwater gaat na de laatste brug over in de Heeresloot, met een aantal grote
jachthavens en een woonarkwerf aan stuurboord en de spoorlijn Heerenveen-Leeuwarden aan
bakboord. We varen tot de Nieuwe Pompsloot, die aan stuurboord toegang geeft tot
natuurgebied De Deelen; lees daar verder.
Vegelinsoord
Als Heerenveen niet wordt aangedaan blijven we op de Nieuwe Heerenveense Vaart, die aan
het begin langs een schitterende nieuwe villawijk loopt met eigen aanlegvoorzieningen en
een haventje, waar passanten ook welkom zijn. De Jousterbrug wordt op afstand bediend
vanuit de Engelenvaart. In een flauwe S-bocht daarna kunnen we bij jachthaven De Welle
brandstof en water bunkeren. We varen daarna pal langs de spoorlijn Heerenveen-Leeuwarden
tot het dorpje Vegelinsoord met prima aanlegplaatsen. Op dit punt kan je onder een lage
spoorbrug (2.70m) aan de andere kant van de spoordijk op de Heeresloot komen. Deze moet
een paar honderd meter in noordelijke richting tot de Nieuwe Pompsloot gevaren worden, die
aan stuurboord toegang geeft tot natuurgebied De Deelen; lees daar
verder.
Als je doorvaarthoogte dit niet toelaat moet een kilometer doorgevaren worden tot de
beweegbare Deels(spoor)brug. Bij een wachtsteigertje aan bakboord zit de knop voor
aanvraag bediening. Na doorvaart dient een klein stukje zuidwaarts terug gevaren te worden
langs de spoordijk tot de afslag Nieuwe Pompsloot aan bakboord. Er kan echter ook besloten
worden via Akkrum en Oldeboorn te varen. In dat geval gaan we niet onder de spoorbrug door
maar varen rechtdoor, waar de Nieuwe Heerenveense Vaart overgaat in Het Deel en we iets
verder aan stuurboord de Meinesloot naar Akkrum op moeten. Lees
in dat geval daar verder.
De Deelen
De Nieuwe Pompsloot gaat achtereenvolgens over in Buitenringvaart, Stroomkanaal en Nieuwe
Vaart tot Gorredijk, waarbij 5 beweegbare bruggen gepasseerd worden. Onze route leent zich
uitstekend voor het inzichtelijk maken van de historie. Dit komt tot uiting in de cultuur,
die langs de Turfroute zeer afwisselend is: de Friese cultuur, de Stellingwerven, het
Drentse "turf, jenever en achterdocht", de handelsgeest van Meppel en de plaatsjes die vroeger een open verbinding met
zee hadden: Zwartsluis en Ossenzijl. Ze worden allen verbonden door de geschiedenis
van de turfwinning. Aan de noordzijde van de Buitenringvaart varen we langs zo'n
schitterend voorbeeld. De levende historie van het turfsteken in natuurgebied De Deelen,
een landschap met afwisselend petgaten (water) en stripen (landtongen). Het geheel is
begroeid met lage boomwallen en grassen.Dit gebied is aan het eind van de vorige eeuw
ontstaan door kleinschalige vervening, die tot na de Tweede Wereldoorlog is doorgegaan.
Door jarenlang braak liggen en slechte bereikbaarheid is een rijk en veelal ook uniek
natuurgebied ontstaan. Het grootste deel van het terrein is inmiddels aangekocht door
Staatsbosbeheer. Via de bezoekersinformatie met aanlegsteiger kan op bepaalde tijden naar
turfsteken "in het echt" gekeken worden. De tocht voert verder naar het gehucht
Uilesprong (De Ulesprong) met bij de theeschenkerij op de hoek van de Nieuwe Vaart een
aardige aanlegplaats. We zijn nu aangekomen op het gedeelte van de route dat ook via Akkrum en Oldeboorn bereikt wordt.
Lees het vervolg op de volgende pagina.
Via Engelenvaart en Oldeboorn naar Gorredijk
De route Engelenvaart tot dit punt van de beschrijving vind je bij Via
Engelenvaart en De Deelen naar Gorredijk. Lees daarbij niet verder dan tot De Deelen
en vervolg de beschrijving hieronder.
De Meinesloot voert naar Akkrum, waar we door de brug
heen, stuurboord aanhouden. We volgen het vaarwater langs en gedeeltelijk door Akkrum,
passeren o.a. een beweegbare spoorbrug en komen uit op de Zeilroede, die ook weer
stuurboord opgedraaid moet worden. Na nog twee ophaalbruggen in een scherpe bocht naar
bakboord (Nes) zijn we om Akkrum heen gevaren en komen op de Boorne (Boarn) naar Oldeboorn
(Aldeboarn).
Oldeboorn (Aldeboarn)
Aldeboarn is weer zo'n aparte belevenis in Friesland. Van verre zie je reeds de markante
toren "Boarnster Toer", een baken in het "Wetterlân". Al
zo'n duizend jaar geleden was Aldeboarn een aanzienlijke plaats met druk handelsverkeer met
andere landen. De Boarn was een verkeersader van belang en kwam uit in de Middelzee
ongeveer ter hoogte van Rauwerd. In de achtste eeuw kende men slechts twee grote plaatsen
in Friesland: Nordac en Bordonchorn of Bordnere. Nordac was het latere Dokkum en
Bordonchorn het latere Aldeboarn. Rond l600 werd Aldeboarn "Een groot en welbestraat
dorp met een schoone Kerck en Toorn" genoemd. De plaats was zeer welvarend. Men voer
op Holland, het Oostzeegebied en zelfs naar Groenland voor de Walvisvaart. Daarnaast kende
men nog Veer-, Koffe-, Tjalk- en Smakschippers. Deze bedrijvigheid trok schuitmakers en
hellingen, smeden en wieldraaiers (touwslagerijen) en natuurlijk tal van kleine
neringdoenden. Helaas is alle rijkdom en bedrijvigheid verdwenen en geen schipper zal bij
terugkomst nog zeggen: "De Boarnster Toer is al te sjen". Of het moet een
hedendaagse Friese sportschipper zijn. In Aldeboarn kan je uitstekend aan de kade liggen.
Over de Boarn zijn op korte afstand van elkaar drie bruggen, één voor rijverkeer en twee
speciaal voor voetgangers. Deze voetgangersbruggetjes zijn beslist uniek en daarom ook
onder monumentenzorg geplaatst. Het vaarwater is op dit punt zeer smal en tegemoet komende
vaart zal moeten wachten. Een vaarpauze of overnachting met wandeling door het dorp is de
moeite waard. Vanuit Aldeboarn wordt de reis voortgezet over de Nieuwe Vaart naar het
gehucht Uilesprong (De Ulesprong) met net voorbij de hoek van het Stroomkanaal een
aanlegplaats. We zijn nu aangekomen op het gedeelte van de route dat ook via het
natuurgebied De Deelen bereikt wordt. Lees het vervolg op de
volgende pagina.