|
|
Andere tips en wetenswaardigheden
|
Van oude schepen
onder zeil en op de motor. |
|
Bij de beschrijving van oude schepen is een onderscheid gemaakt
tussen zeevaart, binnenvaart en visserij. Niet altijd is een strakke scheiding te maken
en niet altijd is een benaming als type of soortnaam te duiden.
Kraken bestonden als
zeevaarders, maar ook als tjalkachtige binnenschepen. En zo waren er meer. Bepaalde
schepen zijn dan ook zowel bij zeevaart als binnenvaart opgenomen. Een ander type zoals de
kotter was oorspronkelijk een bewapende vrachtvaarder, maar later specifiek een
vissersvaartuig. Boerenvaartuigen zijn ingedeeld bij binnenvaart. Beschrijvingen zijn bij
lange na niet volledig, maar geven de lezer een goede indruk. Tevens moet worden bedacht
dat verdere classificatie (zeker op Hollands binnenwater) haast onmogelijk is. Men deed
daar vroeger niet aan. Een boot werd naar streekgebonden voorbeeld benoemd en gewoon volgens de
wensen van visserman, boer of beurtvaarder gebouwd. Pieter Klein van
Binnenvaartaal zegt als reactie op een artikel uit het binnenvaartforum over het
verschil tussen een otter en een pleit: "Het classificeren van schepen blijft (zeker als men alleen een foto heeft) een
lastige zaak. Bovendien laat niet alles zich in een vakje stoppen".
Zeevaart |
De schepen van de Saksen en Normandiërs waren beduidend kleiner en hadden veel weg van het Noorse Vikingschip. Uit dit soort schepen met één vierkant getuigde mast is de kogge ontstaan. Uit de kogge de hulk met daarna het twee- tot driemast gladboordige karveelschip. Daarnaast in het zuiden de grotere carace (kraak), die in het noorden uiteindelijk doorgroeide naar rondschepen als pinas, pinasfregat en galjoen, waaruit weer het zwaar bewapende linieschip is ontstaan. Natuurlijk nogal kort door de bocht, want de benaming geeft lang niet altijd het juiste scheepstype aan, waartoe het "zou" behoren. Benamingen als kraak, galjoen, en fregat werden dikwijls in ruime betekenis gebruikt. Wat een fregat was in het ene land, was een galjoen in het andere, en een kraak kon vrijwel alles zijn, van een Portugese driemaster met een zeer hoog achterdek tot een Vlaamse eenmaster zonder achterdek. Herhaaldelijk zijn in het verleden wisselende soortnamen gegeven aan hetzelfde scheepstype. Toch geeft het een globale indruk van de ontwikkeling in de periode 13e - 19e eeuw. Vele typen en tussenvormen komen op de site aan bod. In Amerika wordt in de 18e eeuw de langsscheepsgetuigde schoener ontwikkeld, waarvan de grondvorm waarschijnlijk door Hollandse kolonisten werd meegenomen en waaruit op haar beurt de clipper is ontstaan. Schoeners en clippers waren verreweg de snelste zeilers, maar het moest groter. Zo ontstonden de laatsten der grote zeilschepen, de enorme ijzeren barken die windjammer genoemd werden. Met windjammer worden inmiddels veel meer typen ijzeren vierkantgetuigde en deels langsscheepsgetuigde zeilers uit die periode aangeduid. Ze werden ingehaald door het stoomtijdperk. |
Fragment uit het beroemde schilderij van L.M.W. Turner
The Fighting Temeraire tugged
to her Last Berth to be broken up [1838].
Binnenvaart | ||
Veel vaarwegen in steden en dorpen zijn door voortvarende bewindvoerders gedempt. De huidige (bijna derde) generatie begint spijtoptant te worden. Steeds meer stemmen gaan op om voormalige grachten en vaarten open te graven en afgesloten vaarverbindingen vooral voor de pleziervaart in oude glorie te herstellen. Geen gek idee als je bedenkt dat 77% van alle Nederlandse gemeenten aan bevaarbaar water ligt. De miljarden verslindende Betuwelijn naar Duitsland is een miskleun van de eerste orde. Nadat eind tachtiger jaren werd ingezien dat het groeiend vrachtverkeer de wegen zou verstoppen, koos men voor een treinverbinding naar het achterland en veegde het wateralternatief van tafel. De beleidsmakers waren kennelijk kinderen van die toenmalige dempers. Ze hadden nauwelijks moeite om de spoorlijn ondanks massaal protest en zonder goede afspraken met bedrijfsleven en achterland door tweede en eerste kamer te loodsen. Eigenlijk een mirakel, want het was bekend dat onze Oosterburen helemaal niet van plan waren het aansluitend spoornet te moderniseren. Gelukkig groeit vanaf eind negentiger jaren het besef dat onze grootouders het nog niet zo slecht deden. Het voordeel en de efficiency van geregelde beurtvaart in bulk- en containervervoer wordt nu ingezien en de bedrijfstak zit in de lift! Of zoals collega Pieter Klein van binnenvaarttaal zegt: "Als men energiebesparing werkelijk serieus nam, dan zou er meer over water vervoerd worden!" Of zoals de Vlaamse minister van Mobiliteit Ben Weyts in 2017 verwoordt: "Stof afblazen van het imago van waterwegen. Innovatie is het toverwoord, inclusief een proef met autonoom varende schepen. De binnenvaart als tegengif voor files". |
Nog in 1952 werd de oude gracht tussen Kruisstraat en Brouwersstraat in de binnenstad van
Meppel gedempt.
Het laatste schip "De Drie Provincien" uit Zwartsluis vaart met de vlag halfstok
door de geopende Brouwersstraatbrug.
Op het bord staat eufemistisch dat "het kanaalvak aan de openbare dienst
wordt onttrokken".
Een sfeervol winters beeld uit begin 1900 van het Oosteinde in
Meppel.
Visserij |
|
Prachtige aquarel van Frederik J.Weijs uit "De Ambachtelijke
Visserij".
Een
boomkorkottertje dat richting haven zijn netten spoelt.
Herkennen en benoemen van klassieke scheepstuigages
|
Op alle materiaal
(layout, tekst en afbeeldingen) rust het auteursrecht van schipper Cees e.a.
Overname van artikelen of delen daarvan is slechts geoorloofd na schriftelijke
toestemming.
Mocht je ondanks
alle in acht genomen zorgvuldigheid menen rechten te kunnen ontlenen
aan in deze pagina gebruikt materiaal, laat de schipper dat dan zo spoedig mogelijk weten.