|
|
|
Steentijd | Boomstamkano De dennehouten boomstamkano van Pesse uit de midden steentijd wordt beschouwd als het oudste bewaarde vaartuig ter wereld. De met vuur uitgeholde boomstamkano's worden in talrijke varianten en typen over bijna de gehele wereld aangetroffen. In India, de Indonesische Archipel en Oceanie werd een hoge graad van volmaaktheid bereikt en zijn ze hier en daar nog in gebruik.
|
Bronstijd |
Welsh Coracle
Knuppelbrug Bij de ontginning van veenmoerassen voor turf zijn de oudste voorbeelden van houten bruggen te voorschijn gekomen. Die veenbruggen werden 'knuppelbruggen" of 'knuppelwegen' genoemd. Ze bestonden uit boomstammetjes van ongeveer drie meter lang naast elkaar op lange stammen in lengterichting, ondersteund door een palissade. ln 1955 werd bij Nieuw-Dordrecht een gedeelte van zo'n veenbrug ontdekt die zeker vierduizend jaar oud, het eind van de bronstijd, moet zijn. Wat dat betreft zou het een van de 'lange bruggen' kunnen zijn, waarover de Romeinse geschiedschrijver Tacitus (ca.55 n.Chr.-115 n.Chr.) het heeft in zijn Annales. Hij noemt ze in verband met de terugtocht van de Romeinse legers van de Eems naar de Rijn omstreeks 15 n.Chr.
|
16e eeuw en eerder |
Raderboot met aandrijving door ossen Nicolaes Witsen maakte gewag van een eertijds (dus 16e eeuw of eerder) uitgevonden raderboot die door ossen werd aangedreven. Hij schrijft: Met raederen, die in 't waeter scheppen, omgedrait door ossen, die in 't ront, om een spil, boven op 't verdek liepn, zag men schepen eertijts door water gaan met zulken kragt, dat alles aen enden most, 't geen hun voor de boeg quam welker gestalte op de plaet te sien staet.
Tredmolen havenkraan Dordrecht beschikte al in 1286 over ten minste één havenkraan. In de stadsrekening van 1286-1287 worden namelijk een “spille”, “bande” en “repen” (touwen) voor “den crane” opgevoerd. Dordrecht lag daarmee zelfs iets voor op de metropool Brugge, waar de eerste kraan in 1288 verschijnt. De kranen werden bewogen met behulp van een tredmolen. Bekend is de kraan Swartsenborch, die vlakbij de Wijnbrug stond bij het pakhuis van die naam.
Onderstaande afbeelding uit een Vlaams gebedenboek van Simon Bening (1483-1561) is van een tredmolenkraan in Brugge begin 16e eeuw. In de haven van Nieuwpoort werden schepen ook op deze wijze gelost.
Kraanpoort Vermoedelijk uit de 15e eeuw, toen Zaltbommel, Tiel en Nijmegen gingen samenwerken met de Hanzesteden dateert de kraanpoort aan de Waalkade in Nijmegen. Deze havenkraan was ook een tredmolenkraan.
Stadskraan In Amsterdam staat reeds in 1498 een scheepskraan bij de ingang van de O.Z.Waal tegenover de Schreiershoek voor het heffen van zware lasten en het inzetten en uithalen van masten, in de volksmond de grote kraan.
Gangbaar was dat de goederen uit de schuiten werden
gezet met handkracht of met behulp van takels in de masten van de schepen.
Ook bestonden er kleine verplaatsbare kranen. Moesten er echter grote
stukken worden gelost of masten gezet, dan kon men gebruik maken van een
stadskraan. In de meeste steden was een dergelijke kraan te vinden, meestal
één, soms meer.
Moddermolen
Verwant: slibrad. Wegwerpschip |
17e eeuw |
Zeilwagen Ingenieur Simon Stevin, ontwerper van waterbouwkundige- en vestingwerken, ontwierp in 1601 een zeilwagen. Een grote en een kleine versie werden in 1602 aan Prins Maurits geschonken, die er met vrienden van Scheveningen naar Petten over het strand zeilde. De prins keerde per koets terug. Toen men dit anderhalve eeuw later ter gelegenheid van een vorstelijk huwelijk wilde herhalen, bleek de zeilwagen in zo'n erbarmelijke staat dat de tocht nimmer is herhaald.
Eerste onderzeeboot
Malleschip
Schip van Hendrik Stevin
Raderboot aangedreven door paarden
|
18e eeuw |
Verwant: slibrad. Eerste duikpak
Vliegend schip, een "groote kunstmachine"
De napret in de vorm van spotgedichten was na de mislukking van Daam Schijf
nog groot.
Bushnell's Turtle
Waterwandelaar
Stoomboot met roeiriemen
Het vlot van St. Malo
Caissonsluis
Kusttelegraaf
|
19e eeuw | Kunstklip en waterruiter Hollandse zeegaten waren kwetsbaar en nauwelijks voor vijandelijke schepen af te sluiten. Dat bleek b.v. in 1799 toen het gedeelte van de Nederlandse vloot dat in het Nieuwe Diep voor anker lag door de Engelsen werd overvallen en als oorlogsbuit weggevoerd. Er werd onmiddellijk een commissie in het leven geroepen met de opdracht een onderzoek in te stellen naar mogelijkheden om het gat van Texel voor vijandelijke schepen af te sluiten om zo'n blamage in de toekomst te voorkomen. Reeds in februari 1800 werd besloten te kiezen voor een uitvinding van Hendrik Aeneae. Het was een verraderlijke kunstklip van ijzeren punten op een houten geraamte dat net onder het wateroppervlak werd gehouden door een anker of gewicht. De marinewerf in Amsterdam kreeg de opdracht een testexemplaar te maken. Werf's equipagemeester Joachim Pietersz Asmus bleek eigenzinnig en diende een paar dagen later een "eigen" ontwerp van een kunstklip in dat hij de naam waterruiter gaf. Om beschuldiging van plagiaat tegen te gaan was zijn inzending geantedateerd op de dag van de opdracht en niet met eigen naam ondertekend, maar met de leuze Labor Omnia Vincit (werk overwint alles). Proefnemingen met Aeneae's kunstklip (de werf voldeed aan de oorspronkelijke opdracht) waren weinig succesvol. De klip werd bij overvaren onder water geduwd en veroorzaakte hooguit wat krasjes. Kunstklip en waterruiter zijn dus nooit uitgevoerd. Bron: artikel van Harm Stevens in Techniek in Schoonheid.
Eerste "praktische" onderzeeboot De Amerikaan Robert Fulton bouwde in Franse dienst in 1800 de Nautilus. Een ijzeren onderzeeboot, die als de eerste praktische onderzeeboot wordt beschouwd. Aan de oppervlakte werd de boot voortgestuwd door een waaiervormig zeil. Onderwater door middel van een met de hand aangedreven schroef. Het scheepje kon een diepte halen van 7½ meter, maar de vaart was laag en dalen en stijgen ging moeizaam.
Onzinkbare reddingboot Eind 18e eeuw bedacht de Engelse sloepenbouwer Henry Greathead de eerste onzinkbare reddingboot. Hij ontwierp een reddingsboot gemaakt van eikenhout, iets meer dan negen meter lang en maximaal drie meter breed. De boot ontleende zijn onzinkbaarheid voornamelijk aan het drijfvermogen van een 10cm dikke kurken gording onder het dolboord en de gedeeltelijk met kurk bekleedde binnenzijde, waardoor de boot zelfs vol water bleef drijven en niet kon kapseizen. In de periode 1808-1809 zijn er een zestal voor onze kusten gebouwd. De "Greathead lifeboat" werd een inspiratie voor latere scheepsontwerpers en er wordt beweerd dat Henry's nakomelingen volgens de familiegeschiedenis ook de personen zijn geweest die de reddingboten voor de Titanic hebben gebouwd. Dit wordt onderbouwd door documenten die in het bezit zijn van zijn familie.
Eerste amphibievoertuig Na uitvinding van de stoommachine in de 18e eeuw bedacht de Amerikaan Oliver Evans in 1802 een toepassing als combinatie van boot en voertuig voor baggerwerkzaamheden. Hij noemde het de "Orukter Amphibolis". Hij voorzag een modderbak van wielen en een hekrad. In de bak monteerde hij zijn uitvinding van een vif-pk hogedrukstoommachine als aandrijving. Op 13 juli 1805 reed hij vanuit zijn werkplaats door de straten van Philadelphia naar de Schuylkill River. De Oruktor wordt daarom beschouwd als de eerste auto in de Verenigde Staten en het eerste gemotoriseerde amfibievoertuig ter wereld. Uiteindelijk bleek de uitvinding niet effectief als baggerschip, en werd in 1808 door het baggerbedrijf Board of Health gesloopt. Wikipedia.
Korte tijd later nam men stoomgemalen
in gebruik die het water via naast de sluis gegraven bemalingskanalen naar
het hogere pand konden opvoeren. In 1926 werd hun functie overgenomen door
zes electrische gemalen en in 1954 zijn in de bemalingskanalen bij elke sluis nog eens twee
elektrische pompen geplaatst.
Deze werden nodig omdat de Drentsche Hoofdvaart naast de
afnemende scheepvaartfunctie een steeds belangrijker taak kreeg als
watertoevoer voor het Drentsche plateau. Het opgepompte water wordt daarbij
onttrokken aan het Meppelerdiep dat in open verbinding staat met het
IJsselmeer via de uitwaterings sluizen bij Zwartsluis.
Scheepsschroef
Veerdienst over het IJ met paarderaderboten Tussen 1829 en 1858 werd de verbinding over het IJ tussen de Nieuwe Stadsherberg op palen in het IJ en en het Tolhuis (Buiksloot Amsterdam Noord) naar Amerikaans voorbeeld onderhouden door twee paarderaderboten. De nieuwe stadsherberg gelegen aan het IJ was de uitkomst voor reizigers die zich na het sluiten van de bomen (die de haventoegang afsloten) onderdak zochten. De nieuwe Stadsherberg werd gebouwd in 1662 in het IJ ter hoogte van de Martelaarsgracht. De stadsherberg moest uiteindelijk in 1876 plaats maken voor de aanleg van het stationseiland waar het nieuwe Centraal Station gebouwd werd. Bij de overtocht liepen vier of vijf paarden benedendeks rond een spil op een carrousel waarmee de zijraderen in beweging gebracht werden. De tred was zwaar, waardoor de paarden in de praktijk snel uitgeput waren en daarom steeds verse dieren beschikbaar moesten zijn. Mogelijk op stal aan wal, maar in de moddermolen hieronder in een stal benedendeks. Voor de Tolhuispont wordt gesproken over twintig wisselende paarden. Bij kalm weer duurde de overtocht ongeveer een kwartier en was uitgesproken duur: Passagiers 18,5 cent. Een rijtuig met twee paarden 1,25 gulden. Bij slecht weer of sterke stroming konden de paarden de pont echter niet vooruit krijgen. Tijdens een storm in 1833 raakte de paarderaderboot op drift en werd op de dijk bij Schellingwoude gedreven. Na 1858 werden de paardeponten vervangen door stoomponten.
Het in 1915 opgedoken verhaal van een honderaderboot is een fabeltje en wordt toegeschreven aan iemand die (als kind?) met de paardepont gevaren had. N.B. Paarderaderboot en honderaderboot zijn geschreven zonder de moderne tussen-n-regel uit 1996. Bronnen: Ons Amsterdam, Th van Aken 1967 p. 342-344 en Een slaafsch en ongezond bedrijf (2005). Ontwerp voor een onderwatervaartuig
Duikerklok
Hieronder de duikerklok "Capshell" van ruim een eeuw
later
Silent Chain schroef
Krachtmetingen tussen schroef- en raderaandrijving De superioriteit van de schroef boven het scheprad werd in 1845 overtuigend gedemonstreerd door een krachtmeting tussen het Brits marineschip Rattler met schroef en de Alecto met schepraderen. Beide schepen hadden ongeveer hetzelfde tonnage en een machine van 200 PK. De Rattler sleepte de Alecto met gemak weg. (Rattler links, Alecto rechts).
Vier jaar later op 20 juni 1849 vond weer een krachtmeting plaats tussen rader-
en schroefaandrijving. In het Kanaal werden de raderboot Basilisk en de
schroefaangedreven Niger met de konten aan elkaar geknoopt om te zien welke
voortstuwing het sterkst was. De proef duurde een uur waarbij de Niger de op
volle kracht stomende raderboot met een snelheid van 1.466 knopen achteruit
trok. (Niger rechts, Basilisk links).
Scheepstelephon
Buis van Bourbon
Ophaalbare scheepsschroef
Kleinste stoomboot
Het sigaarschip Swan of the Exe
De Connector De Hunley onderzeeboot
Salonboten tegen zeeziekte
Hij besloot daarop een ander ontwerp toe te
passen dat was gebaseerd op een salon welke op een vrijdragende gyroscoop was gemonteerd.
Het S.S. Bessemer heeft daadwerkelijk twee keer de oversteek gemaakt. Bij de
maidentrip in 1875 liep het schip bij kalme zee en goed zicht op de pier van Calais. Na
reparatie werd een tweede poging ondernomen. Wederom reageerde het schip door de
gyroscopen niet op het roer en liep ondanks een zeer ervaren gezagvoerder andermaal op de
pier, waarna Bessemer wijselijk besloot af te zien van zijn plan voor een vloot van
gyroscopische schepen.
City of Ragusa
Waterfiets met koningin Victoria
Eerste ijzeren pantserschip
Pantserschip Ironclad Monitor
Decoy Ironclad Black Terror In 1863 werd door de Noordelijken een namaak Ironclad ingezet. Admiraal David Dixon Porter bouwde een platbodem om tot decoy. Canvas en houten planken werden gebruikt om het schip de vorm van een Ironclad te geven, waarbij een stuurhuis en de ombouw van schepraderen werden nagemaakt. In de "schoorstenen" werden potten met teer en uitgeplozen touw aangestoken om rook te produceren. Om dreigender over te komen, werd het schip zwart geschilderd. Boomstammen fungeerden als kanonnen. Hij doopte de creatie: Black Terror. Zodra de Zuidelijken op hun eerder op de Noordelijken buitgemaakte Indianola de Black Terror zagen, openden ze het vuur. De kanonschoten leken het schip echter niet te deren en toen ze zagen dat het zelfs hun kant op kwam, besloten ze om de Indianola tot zinken te brengen en te vluchten, want koste wat kost moest voorkomen worden dat het schip weer in handen zou vallen van de oorspronkelijke bezitters. Bron: historiek.net
Battleship M-5 USS Miantonomah
Nederlandse rammonitors
Spartorpedoboot
The Illustrated London News schreef: o.a.: Vischtorpedo In 1866 had Robert Whitehead al een automobiele torpedo gelanceerd. Hoewel het idee afkomstig was van een Oostenrijks officier, Luppis genaamd, is het Whitehead geweest die de constructie heeft uitgevoerd; derhalve wordt hij als de grondlegger van de Whitehead torpedo beschouwd. De torpedo werd voortbewogen door samengeperste lucht, die de schroef aandreef. Omdat hij enigszins de vorm van een vis had en ook onder het wateroppervlak liep werd hij „vischtorpedo” genoemd.
Captivator
Novgorod, Popovka en Livadia
Het popovka principe werd ook toegepast op het keizerlijk jacht Livadia van het tsarenhuis Romanov. De ronde popov-vorm werd elipsvormig en diende als basis voor een traditionele romp daarboven. Het schip werd voortgestuwd door drie schroeven en was aanmerkelijk beter te besturen dan de originele popovka en aanzienlijk sneller. De latere levensloop van de Livadia is schimmig. Bekend is wel dat ze tot in de jaren twintig als moederschip bij de Russische marine diende.
Dubbelrompschip
Fairbairn kraan
Waterperskraan
Auxiliary Steering Screws
World Typewriter
Amerikaans Zwemtoestel
Reddingsmiddel
Rollerschip Navire Rouleur
Stoomturbinevaartuig Turbinia
Taka, vissers- en vrachtbootje |
20e eeuw |
Slibrad Als voorloper van de slib-, sleep-, of hopperzuiger werd nog tot in het begin van de twintigste eeuw op getijdenwater gebruik gemaakt van een slibrad. De "slibhark" werkte de grond los dat daarna door de getijstroom afgevoerd werd.
Eerste Nederlandse onderzeeboot
Dagblad Scheepvaart 1906: "Vlissingen, 7 juli. De op de rede gehouden schietproeven met de onderzeese torpedoboot LUCTOR ET EMERGO hebben uitstekend voldaan. Dinsdag vertrekt het vaartuig naar het Nieuwediep voor de officiële proeftochten."
Anti-torpedonet
Van de dreadnoughtschepen is maar een exemplaar behouden gebleven, de USS Texas. Dit schip werd in 1912 te water gelaten en kwam in 1914 in dienst. Het was actief op de Noordzee tijdens de Eerste Wereldoorlog en heeft in de Tweede Wereldoorlog konvooien begeleid op de Grote Oceaan en invasiestranden beschoten in Noord-Afrika. In 1948 werd de Texas uit dienst genomen en is nu een museumschip in Houston, Texas.
Surfboats
Hydrofoil of wingboat
Handschroefboot Flettnerroer en Flettner rotorschip
Verder was hij in 1924 de uitvinder van het Flettner rotorschip dat ook veelbelovend leek. Op het schip werden twee of meer enorme rechtopstaande cilinders geplaatst. Deze werden door een relatief lichte motor aangedreven met een rotatiesnelheid van ± drie maal de windsnelheid, waardoor de feitelijke windkracht op de rotors werd vertienvoudigd. De rotors werkten hierdoor als enorme zeilen. Het systeem is te vergelijken met een draaitol uit onze jeugd. Als je op een sneldraaiende tol licht blaast, vertrekt die met grote snelheid haaks op de blaasrichting. Door de wind en de draaiende rotors ontstaat dwars op de windrichting, aan de ene zijde een onderdruk en aan de andere zijde een overdruk. Hierdoor wordt het vaartuig aangedreven. Er is enige jaren mee gevaren door vrachtschepen van ± 3000 ton tussen Duitsland en Newyork. Maar het voldeed uiteindelijk niet omdat men toch moest varen als met een zeilschip en er problemen waren met de trillingen (met dank aan Pierre Ven). Inmiddels een eeuw later is het idee weer opgepakt door het Finse Norsepower dat de Flettner rotor omdoopte tot Norsepower Rotor Sail (filmpje) met als doel brandstof te besparen. Verwant: WingSails, reuzenvlieger, vindskip, panelenschip, telescopische zeilen
Kitchenroer
|
21e eeuw |
ShoreTension Gebruikelijk was dat schepen die in het vooruitzicht van stormweer richting Rotterdam kwamen buitengaats bleven wachten op betere weersomstandigheden voordat zij daadwerkelijk de haven binnenliepen. Soms verlieten schepen de havens zelfs tijdelijk om het slechte weer op zee uit te zitten, om ongevallen door knappende trossen te voorkomen. De oplossing kwam in 2007 met de ShoreTension; simpel gezegd een hydraulische cilinder die de piekspanning van de trossen haalt door iets mee te veren bij harde windstoten en golfbewegingen. Bron en afbeelding Nieuwsblad Transport 2018
Stevelduct Sluistrap
Toekomstmuziek of horrorscenario?
Droplock of
Valsluis
Amfibie Veerdienst
Eerste elektrisch aangedreven vrachtschip Shuttle Bike Aquaskipper Boat Conveyor Windfoilen Windsurfen is een Olympische sport. Steeds meer windsurfers gaan over op surfplanken met foil. Met slechts weinig wind kunnen al behoorlijke snelheden bereikt worden. Men spreekt bij elke wind over drie keer zo snel. Voorstanders willen windfoilen (hydrofoilen) vanaf 2024 graag als nieuwe Olympische standaard opnemen..
Suppen
Kantelsluis Grootste schip ter wereld in 2017
Vismigratie Kornwerderzand Vindskip met hoge romp als zeil O-foil Cirkelbrug OPOC-dieselmotor Hull Cleaner robot
Wasteshark
Carrousel Rave Tug
Hexapod (Beest van Delft)
SeaWing
Snelheidsrecord e-boot
Onderwater hyperloop
Yacht Support Vessel
eSails en Wingsails
Crew Transfer Vessel (CTV)
Elektrische draagvleugelveerboot
Offshore-schepen op waterstof
Offshore-schip op methanol
Toroide propeller
Rotorkoproer
Inboard Performance System (IPS)
Novimove, de moderne scheepskameel
Cruiseschip van de toekomst
Telescopische vleugelzeilen One-stroke swashplate engine "e-REX"
Dynafin Saildrone
|
Heel graag op- of aanmerkingen. |
Op alle materiaal
(layout, tekst en afbeeldingen) rust het auteursrecht van schipper Cees e.a.
Overname van artikelen of delen daarvan is slechts geoorloofd na schriftelijke
toestemming.
Mocht je ondanks
alle in acht genomen zorgvuldigheid menen rechten te kunnen ontlenen
aan in deze pagina gebruikt materiaal, laat de schipper dat dan zo spoedig mogelijk weten.