|
|
|
Steentijd | Boomstamkano De dennehouten boomstamkano van Pesse uit de midden steentijd wordt beschouwd als het oudste bewaarde vaartuig ter wereld. De met vuur uitgeholde boomstamkano's worden in talrijke varianten en typen over bijna de gehele wereld aangetroffen. In India, de Indonesische Archipel en Oceanie werd een hoge graad van volmaaktheid bereikt en zijn ze hier en daar nog in gebruik.
|
Bronstijd | Welsh Coracle
|
16e eeuw en eerder |
Raderboot met aandrijving door ossen Nicolaes Witsen maakte gewag van een eertijds (dus 16e eeuw of eerder) uitgevonden raderboot die door ossen werd aangedreven. Hij schrijft: Met raederen, die in 't waeter scheppen, omgedrait door ossen, die in 't ront, om een spil, boven op 't verdek liepn, zag men schepen eertijts door water gaan met zulken kragt, dat alles aen enden most, 't geen hun voor de boeg quam welker gestalte op de plaet te sien staet.
Tredmolen havenkraan Dordrecht beschikte al in 1286 over ten minste één havenkraan. In de stadsrekening van 1286-1287 worden namelijk een “spille”, “bande” en “repen” (touwen) voor “den crane” opgevoerd. Dordrecht lag daarmee zelfs iets voor op de metropool Brugge, waar de eerste kraan in 1288 verschijnt. De kranen werden bewogen met behulp van een tredmolen. Bekend is de kraan Swartsenborch, die vlakbij de Wijnbrug stond bij het pakhuis van die naam.
Onderstaande afbeelding uit een Vlaams gebedenboek van Simon Bening (1483-1561) is van een tredmolenkraan in Brugge begin 16e eeuw. In de haven van Nieuwpoort werden schepen ook op deze wijze gelost.
Kraanpoort Vermoedelijk uit de 15e eeuw, toen Zaltbommel, Tiel en Nijmegen gingen samenwerken met de Hanzesteden dateert de kraanpoort aan de Waalkade in Nijmegen. Deze havenkraan was ook een tredmolenkraan.
Stadskraan In Amsterdam staat reeds in 1498 een scheepskraan bij de ingang van de O.Z.Waal tegenover de Schreiershoek voor het heffen van zware lasten en het inzetten en uithalen van masten, in de volksmond de grote kraan.
Gangbaar was dat de goederen uit de schuiten werden
gezet met handkracht of met behulp van takels in de masten van de schepen.
Ook bestonden er kleine verplaatsbare kranen. Moesten er echter grote
stukken worden gelost of masten gezet, dan kon men gebruik maken van een
stadskraan. In de meeste steden was een dergelijke kraan te vinden, meestal
één, soms meer.
Moddermolen
Wegwerpschip |
17e eeuw |
Zeilwagen Ingenieur Simon Stevin, ontwerper van waterbouwkundige- en vestingwerken, ontwierp in 1601 een zeilwagen. Een grote en een kleine versie werden in 1602 aan Prins Maurits geschonken, die er met vrienden van Scheveningen naar Petten over het strand zeilde. De prins keerde per koets terug. Toen men dit anderhalve eeuw later ter gelegenheid van een vorstelijk huwelijk wilde herhalen, bleek de zeilwagen in zo'n erbarmelijke staat dat de tocht nimmer is herhaald.
Eerste onderzeeboot
Malleschip
Schip van Hendrik Stevin
Raderboot aangedreven door paarden
|
18e eeuw |
Eerste duikpak
Vliegend schip, een "groote kunstmachine"
De napret in de vorm van spotgedichten was na de mislukking van Daam Schijf
nog groot.
Bushnell's Turtle Waterwandelaar
Stoomboot met roeiriemen
Het vlot van St. Malo
Caissonsluis
Kusttelegraaf
|
19e eeuw | Kunstklip en waterruiter Hollandse zeegaten waren kwetsbaar en nauwelijks voor vijandelijke schepen af te sluiten. Dat bleek b.v. in 1799 toen het gedeelte van de Nederlandse vloot dat in het Nieuwe Diep voor anker lag door de Engelsen werd overvallen en als oorlogsbuit weggevoerd. Er werd onmiddellijk een commissie in het leven geroepen met de opdracht een onderzoek in te stellen naar mogelijkheden om het gat van Texel voor vijandelijke schepen af te sluiten om zo'n blamage in de toekomst te voorkomen. Reeds in februari 1800 werd besloten te kiezen voor een uitvinding van Hendrik Aeneae. Het was een verraderlijke kunstklip van ijzeren punten op een houten geraamte dat net onder het wateroppervlak werd gehouden door een anker of gewicht. De marinewerf in Amsterdam kreeg de opdracht een testexemplaar te maken. Werf's equipagemeester Joachim Pietersz Asmus bleek eigenzinnig en diende een paar dagen later een "eigen" ontwerp van een kunstklip in dat hij de naam waterruiter gaf. Om beschuldiging van plagiaat tegen te gaan was zijn inzending geantedateerd op de dag van de opdracht en niet met eigen naam ondertekend, maar met de leuze Labor Omnia Vincit (werk overwint alles). Proefnemingen met Aeneae's kunstklip (de werf voldeed aan de oorspronkelijke opdracht) waren weinig succesvol. De klip werd bij overvaren onder water geduwd en veroorzaakte hooguit wat krasjes. Kunstklip en waterruiter zijn dus nooit uitgevoerd. Bron: artikel van Harm Stevens in Techniek in Schoonheid.
Eerste "praktische" onderzeeboot De Amerikaan Robert Fulton bouwde in Franse dienst in 1800 de Nautilus. Een ijzeren onderzeeboot, die als de eerste praktische onderzeeboot wordt beschouwd. Aan de oppervlakte werd de boot voortgestuwd door een waaiervormig zeil. Onderwater door middel van een met de hand aangedreven schroef. Het scheepje kon een diepte halen van 7½ meter, maar de vaart was laag en dalen en stijgen ging moeizaam. Onzinkbare reddingboot Eind 18e eeuw bedacht de Engelse sloepenbouwer Henry Greathead de eerste onzinkbare reddingboot. Hij ontwierp een reddingsboot gemaakt van eikenhout, iets meer dan negen meter lang en maximaal drie meter breed. De boot ontleende zijn onzinkbaarheid voornamelijk aan het drijfvermogen van een 10cm dikke kurken gording onder het dolboord en de gedeeltelijk met kurk bekleedde binnenzijde, waardoor de boot zelfs vol water bleef drijven en niet kon kapseizen. In de periode 1808-1809 zijn er een zestal voor onze kusten gebouwd. De "Greathead lifeboat" werd een inspiratie voor latere scheepsontwerpers en er wordt beweerd dat Henry's nakomelingen volgens de familiegeschiedenis ook de personen zijn geweest die de reddingboten voor de Titanic hebben gebouwd. Dit wordt onderbouwd door documenten die in het bezit zijn van zijn familie.
Eerste amphibievoertuig Na uitvinding van de stoommachine in de 18e eeuw bedacht de Amerikaan Oliver Evans in 1802 een toepassing als combinatie van boot en voertuig voor baggerwerkzaamheden. Hij noemde het de "Orukter Amphibolis". Hij voorzag een modderbak van wielen en een hekrad. In de bak monteerde hij zijn uitvinding van een vif-pk hogedrukstoommachine als aandrijving. Op 13 juli 1805 reed hij vanuit zijn werkplaats door de straten van Philadelphia naar de Schuylkill River. De Oruktor wordt daarom beschouwd als de eerste auto in de Verenigde Staten en het eerste gemotoriseerde amfibievoertuig ter wereld. Uiteindelijk bleek de uitvinding niet effectief als baggerschip, en werd in 1808 door het baggerbedrijf Board of Health gesloopt. Wikipedia.
Korte tijd later nam men stoomgemalen
in gebruik die het water via naast de sluis gegraven bemalingskanalen naar
het hogere pand konden opvoeren. In 1926 werd hun functie overgenomen door
zes electrische gemalen en in 1954 zijn in de bemalingskanalen bij elke sluis nog eens twee
elektrische pompen geplaatst.
Deze werden nodig omdat de Drentsche Hoofdvaart naast de
afnemende scheepvaartfunctie een steeds belangrijker taak kreeg als
watertoevoer voor het Drentsche plateau. Het opgepompte water wordt daarbij
onttrokken aan het Meppelerdiep dat in open verbinding staat met het
IJsselmeer via de uitwaterings sluizen bij Zwartsluis.
Scheepsschroef
Veerdienst over het IJ met paarderaderboten Tussen 1829 en 1858 werd de verbinding over het IJ tussen de Nieuwe Stadsherberg op palen in het IJ en en het Tolhuis (Buiksloot Amsterdam Noord) naar Amerikaans voorbeeld onderhouden door twee paarderaderboten. De nieuwe stadsherberg gelegen aan het IJ was de uitkomst voor reizigers die zich na het sluiten van de bomen (die de haventoegang afsloten) onderdak zochten. De nieuwe Stadsherberg werd gebouwd in 1662 in het IJ ter hoogte van de Martelaarsgracht. De stadsherberg moest uiteindelijk in 1876 plaats maken voor de aanleg van het stationseiland waar het nieuwe Centraal Station gebouwd werd. Bij de overtocht liepen vier of vijf paarden benedendeks rond een spil op een carrousel waarmee de zijraderen in beweging gebracht werden. De tred was zwaar, waardoor de paarden in de praktijk snel uitgeput waren en daarom steeds verse dieren beschikbaar moesten zijn. Mogelijk op stal aan wal, maar in de moddermolen hieronder in een stal benedendeks. Voor de Tolhuispont wordt gesproken over twintig wisselende paarden. Bij kalm weer duurde de overtocht ongeveer een kwartier en was uitgesproken duur: Passagiers 18,5 cent. Een rijtuig met twee paarden 1,25 gulden. Bij slecht weer of sterke stroming konden de paarden de pont echter niet vooruit krijgen. Tijdens een storm in 1833 raakte de paarderaderboot op drift en werd op de dijk bij Schellingwoude gedreven. Na 1858 werden de paardeponten vervangen door stoomponten.
Het in 1915 opgedoken verhaal van een honderaderboot is een fabeltje en wordt toegeschreven aan iemand die (als kind?) met de paardepont gevaren had. N.B. Paarderaderboot en honderaderboot zijn geschreven zonder de moderne tussen-n-regel uit 1996. Bronnen: Ons Amsterdam, Th van Aken 1967 p. 342-344 en Een slaafsch en ongezond bedrijf (2005). Ontwerp voor een onderwatervaartuig Duikerklok
Hieronder de duikerklok "Capshell" van ruim een eeuw
later
Silent Chain schroef Krachtmetingen tussen schroef- en raderaandrijving De superioriteit van de schroef boven het scheprad werd in 1845 overtuigend gedemonstreerd door een krachtmeting tussen het Brits marineschip Rattler met schroef en de Alecto met schepraderen. Beide schepen hadden ongeveer hetzelfde tonnage en een machine van 200 PK. De Rattler sleepte de Alecto met gemak weg. (Rattler links, Alecto rechts). Vier jaar later op 20 juni 1849 vond weer een krachtmeting plaats tussen rader-
en schroefaandrijving. In het Kanaal werden de raderboot Basilisk en de
schroefaangedreven Niger met de konten aan elkaar geknoopt om te zien welke
voortstuwing het sterkst was. De proef duurde een uur waarbij de Niger de op
volle kracht stomende raderboot met een snelheid van 1.466 knopen achteruit
trok. (Niger rechts, Basilisk links). Scheepstelephon
Buis van Bourbon
Ophaalbare scheepsschroef
Het sigaarschip Swan of the Exe
De Connector De Hunley onderzeeboot
Salonboten tegen zeeziekte Hij besloot daarop een ander ontwerp toe te passen dat was gebaseerd op een salon welke op een vrijdragende gyroscoop was gemonteerd. Het S.S. Bessemer heeft daadwerkelijk twee keer de oversteek gemaakt. Bij de maidentrip in 1875 liep het schip bij kalme zee en goed zicht op de pier van Calais. Na reparatie werd een tweede poging ondernomen. Wederom reageerde het schip door de gyroscopen niet op het roer en liep ondanks een zeer ervaren gezagvoerder andermaal op de pier, waarna Bessemer wijselijk besloot af te zien van zijn plan voor een vloot van gyroscopische schepen. City of Ragusa In 1870 vertrok een Yawl getuigde en compleet omgebouwde scheepsloep uit Liverpool met bestemming New-York. Het vaartuig was naast het zeiltuig voorzien van een tweeblads scheepsschroef die opgehaald kon worden en met spierkracht kon worden aangedreven. Op zich niet nieuw, maar eerdere experimenten hadden uitgewezen dat de voortgang van een op deze wijze aangedreven boot het roeien met riemen of peddels niet eens benaderde. Voor schroefaandrijving bleek een stoommachine noodzakelijk. Kapitein Buckley bedacht echter dat bij voldoende wind een grote zesblads windmolen de scheepsschroef kon aandrijven en durfde zelfs te verklaren dat hiermee de dagen van het stoomschip geteld waren. Voor het gemak vergat hij dat de voortgang dan wederom windafhankelijk was. Na het ronden van de Ierse kust is nimmer meer iets gehoord van Kapitein Buckley en zijn metgezel. Toch vond zijn idee ruim honderd jaar later navolging door Jim Wilkinson met zijn windmolenboot "Revelation". Bron: Het schip Utopia van Jan F. Röntgen.
Waterfiets met koningin Victoria
Eerste ijzeren pantserschip De HMS Warrior (His Majesty's Ship Warriorr) was het eerste pantserschip, een oorlogsschip van de Royal Navy met een ijzeren romp. De ironclad werd in 1860 te watergelaten als antwoord op de bouw van het Franse fregat La Gloire dat een jaar eerder in de vaart werd genomen. La Gloire had een houten romp met daarop 12 centimeter dikke ijzeren platen bevestigd. het was het eerste schip dat een stoommachine, een propeller, een ijzeren romp van 11,5 cm dik en spiraalgegroefde achterladers combineerde
Pantserschip Ironclad Monitor
Decoy Ironclad Black Terror In 1863 werd door de Noordelijken een namaak Ironclad ingezet. Admiraal David Dixon Porter bouwde een platbodem om tot decoy. Canvas en houten planken werden gebruikt om het schip de vorm van een Ironclad te geven, waarbij een stuurhuis en de ombouw van schepraderen werden nagemaakt. In de "schoorstenen" werden potten met teer en uitgeplozen touw aangestoken om rook te produceren. Om dreigender over te komen, werd het schip zwart geschilderd. Boomstammen fungeerden als kanonnen. Hij doopte de creatie: Black Terror. Zodra de Zuidelijken op hun eerder op de Noordelijken buitgemaakte Indianola de Black Terror zagen, openden ze het vuur. De kanonschoten leken het schip echter niet te deren en toen ze zagen dat het zelfs hun kant op kwam, besloten ze om de Indianola tot zinken te brengen en te vluchten, want koste wat kost moest voorkomen worden dat het schip weer in handen zou vallen van de oorspronkelijke bezitters. Bron: historiek.net
Nederlandse rammonitors Ondanks de ondergang van de USS Monitor (hierboven) was de Nederlandse Marine gecharmeerd van het ontwerp en liet op basis daarvan een aantal "monitors" als ramschip bouwen. De naam werd een klasse-aanduiding voor pantserschepen met laag vrijboord en onderwater een zwaar gepantserd vooruitstekende scherpe steven om vijandelijke schepen te kunnen rammen. Verder bedoelt om landstellingen vanaf kustwater en rivieren te kunnen bestoken. Helaas bleken de rammonitors evenals hun Amerikaanse voorbeeld door de slechte rompvorm en het grote gewicht nauwelijks bestuurbaar en werd onbedoeld van alles en nog wat geramd. Zie het verhaal van de rammonitor Zr.Ms. Adder uit 1875, welke in 1882 bij ruw weer op de Noordzee ter hoogte van Scheveningen verging. Men denkt dat hoge golven de lage schoorsteen insloegen en het vuur doofden, waarbij explosies optraden en sommige stokers omkwamen.
Spartorpedoboot Tijdens diezelfde Amerikaanse burgeroorlog hadden spartorpedoboten hun dienst bewezen. In Europa was de Nederlandse marine in 1875 een van de eerste met torpedoboot nr.1. Bij de spartorpedoboot stak onder water een lange ophaalbare boom, de spar, voor het schip uit. Op de spar was een springlading bevestigd, die onder het vijandelijke schip werd geplaatst, waarna de lading elektrisch tot ontploffing kon worden gebracht. De spartorpedoboten werden al spoedig verdrongen door boten met een vistorpedo, een torpedo met eigen aandrijving. Me7. Zie ook bij zeevaart.
The Illustrated London News schreef: o.a.: Vischtorpedo In 1866 had Robert Whitehead al een automobiele torpedo gelanceerd. Hoewel het idee afkomstig was van een Oostenrijks officier, Luppis genaamd, is het Whitehead geweest die de constructie heeft uitgevoerd; derhalve wordt hij als de grondlegger van de Whitehead torpedo beschouwd. De torpedo werd voortbewogen door samengeperste lucht, die de schroef aandreef. Omdat hij enigszins de vorm van een vis had en ook onder het wateroppervlak liep werd hij „vischtorpedo” genoemd.
Captivator In het midden van de 19 eeuw kon de door William Strugeon in 1825 uitgevonden elektromagneet gebruikt worden als hijswerktuig. Hieronder een toepassing in een captivator om stalen scheepsplaten via een rollenbaan te verplaatsen. Het verrijdbare en kantelbare hijsjuk was voorzien van een sterke hefmagneet en kon in de loop van de 20e eeuw zelfs geheel automatisch zijn werk doen. Hieronder een captivator op een opslagterrein van scheepsplaten. Datum onbekend. Bron: Maritieme Encyclopedie deel 2.
Novgorod, Popovka en Livadia In 1873 werden de Russische Novgorod en het zusterschip Popovka te water gelaten. Het waren cirkelvormige platboomd met ijzer beklede kanonneerboten. Het idee van ontwerper vice-admiraal Popov was dat zo'n pannenkoek zeer stabiel zou liggen en in heel ondiep water kon opereren. Ideaal voor de kustverdediging. Omdat hij begreep dat een normaal roer niet zou werken, werd gestuurd met behulp van zes scheepsschroeven. Helaas werkte de theorie niet. Het schip was nauwelijks van koers te veranderen, maar kon wel als een tol ronddraaien. De marine-uitdrukking popoffen voor het manoeuvreren met twee naast elkaar vastgemaakte schepen komt hier vandaan. Was hij geïnspirreerd door het pantserschip monitor?
Het popovka principe werd ook toegepast op het keizerlijk jacht Livadia van het tsarenhuis Romanov. De ronde popov-vorm werd elipsvormig en diende als basis voor een traditionele romp daarboven. Het schip werd voortgestuwd door drie schroeven en was aanmerkelijk beter te besturen dan de originele popovka en aanzienlijk sneller. De latere levensloop van de Livadia is schimmig. Bekend is wel dat ze tot in de jaren twintig als moederschip bij de Russische marine diende.
Dubbelrompschip
Fairbairn kraan
Waterperskraan
Auxiliary Steering Screws
World Typewriter
Amerikaans Zwemtoestel
Reddingsmiddel
Rollerschip Navire Rouleur
Taka, vissers- en vrachtbootje |
20e eeuw |
Eerste Nederlandse onderzeeboot Op 8 juli 1905 liep van de werf der Koninklijke Maatschappij De Schelde te Vlissingen de eerste onderzeese boot welke in Nederland is gebouwd, de "Luctor et Emergo", te water. Na een aantal schietproeven en proefvaarten kocht de Nederlandse marine op 20 december 1906 de boot voor fl 430.000. De volgende dag werd de "Luctor et Emergo" hernoemd en in dienst genomen als "Hr.Ms. Onderzeesche Torpedoboot O 1". Tezelfder tijd werd de Onderzeedienst opgericht. Korte tijd later werd het schip weer hernoemd, ditmaal tot kortweg "Hr.Ms. O 1". Latere onderzeeboten van dezelfde klasse kregen een oplopend volgnummer. Onze premier (1967 - 1971) Piet de Jong was aanvankelijk oudste officier en vanaf 1944 commandant van de Hr.Ms. O 24.
Dagblad Scheepvaart 1906: "Vlissingen, 7 juli. De op de rede gehouden schietproeven met de onderzeese torpedoboot LUCTOR ET EMERGO hebben uitstekend voldaan. Dinsdag vertrekt het vaartuig naar het Nieuwediep voor de officiële proeftochten."
Anti-torpedonet
Van de dreadnoughtschepen is maar een exemplaar behouden gebleven, de USS Texas. Dit schip werd in 1912 te water gelaten en kwam in 1914 in dienst. Het was actief op de Noordzee tijdens de Eerste Wereldoorlog en heeft in de Tweede Wereldoorlog konvooien begeleid op de Grote Oceaan en invasiestranden beschoten in Noord-Afrika. In 1948 werd de Texas uit dienst genomen en is nu een museumschip in Houston, Texas.
Surfboats
Hydrofoil of wingboat
Handschroefboot Flettnerroer en Flettner rotorschip
Verder was hij in 1924 de uitvinder van het Flettner rotorschip dat ook veelbelovend leek. Op het schip werden twee of meer enorme rechtopstaande cilinders geplaatst. Deze werden door een relatief lichte motor aangedreven met een rotatiesnelheid van ± drie maal de windsnelheid, waardoor de feitelijke windkracht op de rotors werd vertienvoudigd. De rotors werkten hierdoor als enorme zeilen. Het systeem is te vergelijken met een draaitol uit onze jeugd. Als je op een sneldraaiende tol licht blaast, vertrekt die met grote snelheid haaks op de blaasrichting. Door de wind en de draaiende rotors ontstaat dwars op de windrichting, aan de ene zijde een onderdruk en aan de andere zijde een overdruk. Hierdoor wordt het vaartuig aangedreven. Er is enige jaren mee gevaren door vrachtschepen van ± 3000 ton tussen Duitsland en Newyork. Maar het voldeed uiteindelijk niet omdat men toch moest varen als met een zeilschip en er problemen waren met de trillingen (met dank aan Pierre Ven). Inmiddels een eeuw later is het idee weer opgepakt door het Finse Norsepower dat de Flettner rotor omdoopte tot Norsepower Rotor Sail (filmpje) met als doel brandstof te besparen. Verwant: WingSails, reuzenvlieger, vindskip, panelenschip, telescopische zeilen
Kitchenroer Een kitchenroer lijkt het ei van columbus. Het bestaat uit twee bakken, die als de grijper van een hijskraan, de schroef omsluiten. De constructie draait als een normaal roer, maar bovendien kunnen beide platen achter de schroef sluiten of naar weerszijden openen. De schroef draait altijd met dezelfde snelheid in dezelfde richting. Er is geen keerkoppeling nodig. Door het naar elkaar toe brengen van de platen gaat het vaartuig langzamer varen. Door het volledig sluiten wordt achteruit gevaren. Met het openen of sluiten van de platen kan men dus de vaart regelen van vol vooruit tot vol achteruit. Bovendien kan in achteruitvaart gestuurd worden. De uitwerking is verbazend, want bij weinig of geen vaart luistert het vaartuig onmiddellijk naar het roer. Waarom hebben we hier nooit meer iets van gehoord?
|
21e eeuw |
ShoreTension Gebruikelijk was dat schepen die in het vooruitzicht van stormweer richting Rotterdam kwamen buitengaats bleven wachten op betere weersomstandigheden voordat zij daadwerkelijk de haven binnenliepen. Soms verlieten schepen de havens zelfs tijdelijk om het slechte weer op zee uit te zitten, om ongevallen door knappende trossen te voorkomen. De oplossing kwam in 2007 met de ShoreTension; simpel gezegd een hydraulische cilinder die de piekspanning van de trossen haalt door iets mee te veren bij harde windstoten en golfbewegingen. Bron en afbeelding Nieuwsblad Transport 2018
Stevelduct Sluistrap
Toekomstmuziek of horrorscenario?
Droplock of
Valsluis
Amfibie Veerdienst
Eerste elektrisch aangedreven vrachtschip Shuttle Bike Aquaskipper Boat Conveyor Windfoilen Windsurfen is een Olympische sport. Steeds meer windsurfers gaan over op surfplanken met foil. Met slechts weinig wind kunnen al behoorlijke snelheden bereikt worden. Men spreekt bij elke wind over drie keer zo snel. Voorstanders willen windfoilen (hydrofoilen) vanaf 2024 graag als nieuwe Olympische standaard opnemen..
Suppen
Kantelsluis Grootste schip ter wereld in 2017
Vismigratie Kornwerderzand Vindskip met hoge romp als zeil O-foil Cirkelbrug OPOC-dieselmotor Hull Cleaner robot
Wasteshark Carrousel Rave Tug Het grootste gevaar bij het assisteren van een zeeschip is het risico van kapseizen wanneer de sleepboot tijdens het sleepwerk dwars komt te liggen en door de enorme krachten omver wordt getrokken.. Novatug heeft daartoe de Carrousel Rave Tug ontwikkeld. In Nederlands waarschijnlijk "Carrousel sleepboot". De niet meer bestaande site groenervaren.nl verteld in 2018: Het Carrousel sleepsysteem is even simpel als effectief. Het bestaat uit een relatief eenvoudige staalconstructie rond de opbouw van de sleepboot. De trekkracht van de sleper wordt uitgeoefend op deze vrijdraaiende ring. Dit in tegenstelling tot het vaste punt bij conventionele sleepboten, namelijk de trommellier of towing pin (beting), zoals dit al sinds het begin van de sleepvaart wordt gedaan. Sleepboten met een carrousel-systeem kunnen ten opzichte van het sleepobject vrijelijk om hun as draaien zonder de lijn te moeten laten vieren. Wanneer de sleeplijn strak staat, verplaatst het verschuivende sleeppunt ook het middelpunt van de kracht ten opzichte van het zwaartepunt van de sleper. Hexapod (Beest van Delft) Een hexapod, naamsverwant: azipod, is een testmachine met zes hydraulische actuators als poten. Dit "Beest van Delft" (TU Delft) maakt het mogelijk om het platform vrij te bewegen met 6 graden vrijheid (horizontale en verticale translatie en rotatie rond elke translatie-as). De hexapod wordt gebruikt voor dynamische duurzaamheidstesten van gelaste scheepsstukken. Wat de Hexapod van de TU Delft uniek maakt, is dat het grote krachten kan uitoefenen op relatief kleine verplaatsingen. De hexapod van Delft kan in zes richtingen krachten tot 100 ton uitoefenen op materialen en delen van constructies. Dit kwalificeert de Hexapod voor multiaxiale vermoeidheidstesten onder complexe belastingomstandigheden - representatief voor de belastingen die worden ondervonden door de krachten van een ruwe zee (in vaktaal: variabele/willekeurige amplitudelading, niet-proportionele belasting geïnduceerd door fase en/of frequentie).De lage frequentie van 30 hz zorgt ervoor dat veroudering van 20 jaar in 4 weken geneten kan worden. Bron en afbeelding: Maritime and Transport Technology van de TUdelft.nl.
SeaWing Op de beurs SMM in Hamburg maakten Airbus en AirSeas bekend dat Airbus een eerste SeaWing systeem heeft gekocht voor één van de vier RoRo-schepen waarmee de vliegtuigbouwer onderdelen vervoert tussen de verschillende productielocaties in Europa en die in de Verenigde Staten. De Europese vliegtuigbouwer heeft een assemblagefabriek in Alabama. Met een spanwijdte van 35 meter en een zeiloppervlak van 500 vierkante meter moet de SeaWing dan een brandstofbesparing van 20% opleveren. De SeaWing lijkt op de 10 jaar geleden in Duitsland ontwikkelde vlieger van het inmiddels failliete SkySails. Net als bij het SkySail draait de aan het voorschip trekkende SeaWing continu achtjes in de lucht. ‘Dat zorgt voor een sterkere en snellere luchtstroming langs de vlieger, wat extra lift oplevert bij een parafoil', aldus algemeen directeur Vincent Bernatets van AirSeas: ‘De door ons ontwikkelde parafoil is daarbij geoptimaliseerd door in aerodynamica gespecialiseerde ingenieurs van Airbus. ‘Wanneer de luchtkussens in het frameloze parafoilzeil zich vullen, zorgt dat voor een vleugelprofiel met nog meer lift.' Bovendien gaat het oplaten en binnenhalen volledig automatisch. Bron: Artikel van Hans Heynen voor Schuttevaer, 21 september 2018.
De geheel uit carbonfiber-epoxy vervaardigde elektrische sandwich speedboot SAY29E van de Duitse botenbouwer SAY heeft op de Bodensee het snelheidsrecord voor e-boten met een lengte tussen de 8 en 10 meter gevestigd. De SAY29E is 8.85m lang. Er werden in totaal zes runs in een rechte lijn afgelegd, waarbij de hoogst gemeten snelheid 95 km/u was. De elektromotor had een maximum vermogen van 360kW. Het toegepaste Kreisel battery pack had een capaciteit van 120 kWh. Bron: Professional Boatbuilder. De datum van het record werd niet vermeld. Waarschijnlijk zomer 2018.
Onderwater hyperloop Wereldwijd worden tests uitgevoerd met de hyperloop, een soort buizenpost op groot formaat. Een capsule vliegt met zeer hoge snelheid (tot 1200km/u) door een vrijwel vacuüm gezogen buis. Maritiem onderzoeksinstituut Marin in Wageningen doet onderzoek (2019) naar de mogelijkheid van een trans-Atlantische onderwater-hyperloop als alternatief voor het vele vliegverkeer dat dagelijks de oceaan oversteekt. Vracht, maar wellicht ook personen zouden dan in 30 meter lange "pods" veilig met grote snelheid zonder luchtvervuiling de oceanen kunnen oversteken. Yacht Support Vessel Superrijke eigenaren van superjachten hebben een groot probleem. Waar laten ze hun speeltjes? Denk aan jetski's, miniduikboten, speedboten, RIB's, zeilboten catamarans en natuurlijk een helikopter. Daar is op z'n minst een bijboot voor nodig. Vanaf 2009 speelde Damen Shipyards daarop in met de ontwikkeling van een "Yacht Support Vessel". Aanvankelijk met een lengte van 50 meter. Op dit moment [2020] zijn er al 15 Damen yacht support vessels in de vaart in diverse uitvoeringen en lengtes. Inmiddels staan er twee op stapel van 75 en 85 meter. De hulpvaartuigen met kraan kunnen tevens dienen als bevoorrader van voeding, brandstof en reserveonderdelen en volgens schuttevaer ook voor grootschalige bbq's en party's.
eSails en Wingsails Wind-Assisted Propulsion Systems of Wind-Assisted Ship Propulsion, WAPS of WASP profiteren van wind om voorwaartse stuwkracht te genereren, waardoor de vereiste motorstuwkracht wordt verminderd en bijgevolg het brandstofverbruik en de uitstoot van verontreinigende stoffen worden verminderd. Het Spaanse Bound4blue ontwikkelde twee systemen: eSails en inklapbare Wingsails. In juni 2021 werden de starre zeilen voor het eerst in een 12 meter hoge eSails uitvoering geïnstalleerd op een Panamees vissersvaartuig en in december van dat jaar volgde installatie van 17 meter hoge eSails op een vrachtschip. Klik voor meer informatie op de plaatjes. Verwant: windschip, reuzenvlieger, panelenschip, telescopische zeilen, Flettner-rotorschip.
Crew Transfer Vessel (CTV) Door aankoop van het Australisch Nauti-Craft patent, brengt Wallaby Boats in 2022 een hydraulisch geveerde catamaran in de vaart, die passagiers met grote snelheid vrijwel zonder golfhinder kan vervoeren. Deze crew tender of crew transfer vessel (CTV) gaat personeel naar windparken op de Oostzee brengen en halen. Het schip wordt gestabiliseerd door vier onafhankelijk bewegende poten op de drijvers en kan ook ingezet worden als loodsboot of klein werkvaartuig. Nautic-Craft zelf brengt een kleinere versie voor kapitaalkrachtige recreatievaarders. Bronnen: Nauti-Craft en Wallaby Boats.
Elektrische draagvleugelveerboot
Offshore-schepen op waterstof
Offshore-schip op methanol
Toroide propeller
Rotorkoproer
Inboard Performance System (IPS)
Novimove, de moderne scheepskameel
Cruiseschip van de toekomst
Telescopische vleugelzeilen One-stroke swashplate engine "e-REX" Dynafin
Saildrone
|
Heel graag op- of aanmerkingen. |
Op alle materiaal
(layout, tekst en afbeeldingen) rust het auteursrecht van schipper Cees e.a.
Overname van artikelen of delen daarvan is slechts geoorloofd na schriftelijke
toestemming.
Mocht je ondanks
alle in acht genomen zorgvuldigheid menen rechten te kunnen ontlenen
aan in deze pagina gebruikt materiaal, laat de schipper dat dan zo spoedig mogelijk weten.