|
|
|
|
|
Schipper Cees behoort
niet tot "millennials" of "babyboomers". De schipper is
een oorlogskind, geboren in Den Haag aan het begin van de bitterkoude hongerwinter
1944-1945 op
twee tellen en een kwak aan het
Kuiperspad op twee stoeltjes. Volgens moeder werd ik Spartaans in het
leven gezet: Ondanks
het slechte voedsel, denk aan halfgare bruine bonen of rode kool geprakt in water
(de kachel was niet warm te krijgen) en een
half flesje met water aangelengde melk in de week, is hij toch groot gegroeid. Cees (toen nog Keesje) is op z'n 4e jaar verhuisd naar
Amsterdam, twee jaar later naar Dordrecht, de uitgelezen plaats om met water in aanraking
te komen. Elke winter overstroomden de kades (op z'n Dordts kaaien) en in het rampjaar 1953 de gehele binnenstad en de
benedenverdieping van het ouderlijk huis.
Op z'n 12e werd hij zeeverkenner. Vanaf z'n 14e bevoer hij als bootsman
van een zeilvlet de Nieuwe Merwede, het Wantij en de Dordtse -en Brabantse Biesbosch, toen
nog echt getijdewater. Vanaf 1965 na 18 maanden dienstplicht, lichting 64-1, de laatste in het ouwe grijs, gewoond op een zolderkamer in Amsterdam Oud-Zuid. Jawel, de beste plek voor de sixties. In 1968 werkzaam bij platenmaatschappij Barclay. Op een verjaarsfeestje van een collega in het keldercafe van "De Brakke Grond" zijn Hiltje ontmoet, als een blok voor elkaar gevallen en datzelfde jaar getrouwd. Ruim een jaar later kwam een dochter en twee jaar later de zolderkamer verruild voor een nieuwbouw rijtjeshuis in Oostzaan. De annuïteitenhypotheek van 52.000 gulden bij de Boerenleenbank tegen een rentepercentage van 7,5% bracht, ondanks een vorstelijke "Premie-A" bijdrage, slapeloze nachten en... een zoon. In Oostzaan kwam ook de eerste boot. Het was een krijgertje, een allang afgeschreven en van polyester doodskleed voorziene (kleine) BM, waarmee toch nog een paar jaar fijn is gezeild op de Oostzaanse Westplas en Vinkeveense Plassen. Er hing een luchtgekoeld bb-motortje aan. Het ding van het merk Caravelle gaf (als je hem al aan de praat kreeg) een enorme bak herrie en wanneer je het waagde om het gas een tijdje wat verder open te draaien werd het geheid een vastloper en moest gewacht worden op afkoeling. De oversteek van het IJ gaf hartkloppingen. Tja, dat verkocht de sportafdeling van V&D voor 300 gulden.
Vanaf 1978 woonachtig in Drente en gelijk in het diepe. De strenge
winter 1978-1979 gaf zoveel sneeuw dat we een aantal dagen
niet meer naar de weg konden komen. Ik begon enthousiast
een doorgang naar de 300 meter verder liggende weg te scheppen, maar kwam niet verder dan
een meter of drie. Het was niet te doen. Gelukkig kwam buurman Albert na een paar dagen het pad
vrij maken met zijn trekker. Albert had een melkveebedrijf met zo'n vijftig
koeien. Bij het eerste bezoek in zijn woonkeuken met veel Beerenburgers
mochten we rond middernacht de stal bezoeken. Alle koeien begonnen
luidruchtig te plassen. Toen ik daar wat over vroeg zei Albert: "Als jij
midden in de nacht wordt wakker gemaakt moet je toch ook plassen?" |
...en zijn laatste boot.
De Drentsche spiegelkotter 1040 OK
"IDUNA" met twee zonnepanelen en boegschroef uit 2004.
De Iduna is vijf jaar later met aanzienlijk verlies verkocht. Het onderhoud werd
op onze leeftijd te zwaar.
Bij een
multiknikspanten-test van maandblad "Motorboot" uit 2009 kwam de Drentsche Kotter als winnaar uit
de bus.
*)
De Amsterdamse havenarbeiders hadden benamingen voor getallen.
Op de PDF in
mokums.nl vinden we:
Tel = 10, twee tellen dus 20
Kwak = 11
Kuiperspad = 19
Stoeltje = 4, twee stoeltjes dus 44
Voor het geval de site of pagina verdwenen is (gebeurt helaas vaak) hier dezelfde PDF op vaartips.